- 32 - 6. Verkoop bouwterrein in het Spui (Zuid) aan Polyzathe B.V. Het lid RENNINGS zegt dat bij de algemene beschouwingen lang is stilge staan bij het maken van voorwaarden voor bouwers van woningen om deze te verplichten dat eerst verkocht wordt aan Oudenbossche inwoners. De voor zitter heeft aangekondigd dat daartoe binnenkort door het college op gestelde spelregels in deze raad te verwachten zijn. Hij zou willen vragen of het juist is dat bij de gemeente een groot aantal kandidaten staat ingeschreven, dat belangstelling heeft om een perceel grond in Oudenbosch te kopen. Zit binnen dit aantal ook een aantal Oudenbosschenaren, zo vraagt hij. Gelet op de bepalingen in het contract met Polyzathe vindt men het toch teleurstellend dat op geen enkele wijze is aangegeven dat op geen enkele wijze is aangegeven dat Oudenbosschenaren in deze voorrang hebben. Dit steekt wat schril af tegen de toezeggingen, in de raadsvergadering van april gedaan. Bij de dochter-onderneming van Polyzathe, namelijk Eurowoningen, waren al dergelijke overeenkomsten. Tegen de achtergronden van de in de loop van dit jaar gedane toezeggingen moet hij zeggen dat zijn fractie op dit moment voorliggend voorstel niet kan ondersteunen. Wellicht dat dit voorstel zijn instemming wel kan hebben wanneer als onder deel van dit besluit meegenomen kan worden dat de bepalingen, die vrij volgende maand met betrekking tot de verkoop van dergelijke woningen zullen accepteren, onderdeel uitmaken van deze overeenkomst. Het lid VAN DER GRAAF zegt de mening van de heer Rennings in deze te delen. Het lid KESSEL zegt het eveneens eens te zijn met hetgeen de heer Ren nings zojuist heeft gesteld. Voorts zou hij willen vragen of het haalbaar is, of het te bedingen is, dat deze woningen gebouwd kunnen worden door plaatselijke aannemers. Het lid VAN HOOF zegt te willen vragen of hij het goede perceel voor ogen heeft. Heeft het gemeentebestuur geen andere bedoelingen met dit perceel gehad Zo ja, wat zijn de redenen geweest dat men caarvan is afgestapt. De VOORZITTER zegt in antwoord op de opmerking van de heer van Hoof dat in de raad over deze kwestie al eens gesproken is, namelijk naar aan leiding van de weigering van het college van gedeputeerde staten om een verklaring van geen bezwaar af te g^rcn. Dit in het kader van de mogelijke bouw van 57 triowoningen. De over wegingen van gedeputeerde staten waren daarbij dat in de planopbouw ter plaatse geen triowoningen gesitueerd moesten worden, maar dat de bouw van bungalows, zoals aanvankelijk was gepland, alleen maar kon leiden tot een evenwichtige opzet. Hierover is gesproken met Eurowoningen. Van hun kant heeft men begrip getoond dat er weinig tegen de bezwaren van gedeputeerde staten ingebracht kon worden. Hierdoor kwam de oude situatie terug. Voor dat spreker hier kwam waren er in principe toezeggingen gedaan - met de beperkingen, die daaraan voor het college vastzitten - aan bouwers, met wie bestendige relaties bestonden. Dit was een reuze handicap te meer daar bleek dat dit - toen het aantal woningwetwoningen gebouwd was - voor een aantal jaren zou leiden tot stilstand in de woningbouw bij de woningstichting. Toen is gezegd dat dit alles onaanvaardbaar was en dat het aantal woningwetwoningen in het plan Spui-Zuid toch maar op een hoger niveau gebracht moest worden. Daarnaast moest men zorgen dat er een aantal premiehuurwoningen kwamen. Dit is met de woningstichting besproken. Deze stichting was ook bereid dit te realiseren. Dat betekende dat van de eerst gedane afspraken met bouwers er een aantal kavels teruggenomen moest worden. Van Eurowoningen is alles komen te vervallen. Het college heeft toen gemeend dit voorstel te moeten doen, namelijk dit perceel zoals het in de oude opzet van het

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1977 | | pagina 286