Het antwoord met betrekking tot de verkeerssituatie op het kruispunt Past.
Hellemonsstraat/Markt bevreemdt hem. Als hij uit de Past. Hellemonsstraat
komt en linksaf de Markt op wil rijden en het verkeer, komende uit de
richting Oud Gastel, dat de Past. Hellemonsstraat in wil slaan, langzamer
gaat rijden om af te slaan, dan zou hij linksaf de Markt op kunnen rijden,
maar dan krijgt hij tevens het verkeer uit de richting Oud Gastel, wat
recht door rijdt, naast zich. Dan kunnen er ongelukken gebeuren. Dit is in
de praktijk ook al gebeurd.
Met betrekking tot een culturele prijs zou hij de volgende suggesties willen
doen: bijvoorbeeld een Antoon Koeneprijs voor kunstschilders, een Koepelprijs
voor beeldhouwers, een prijs voor een fotowedstrijd, een prijs voor de best
onderhouden voortuin en dergelijke.
Voorts wil ook zijn fractie aandringen op de verkoop van woningwetwoningen
door de woningstichting. Hij zou willen vragen hoe groot de achterstand in
de woningbouw op dit moment is en hoe deze voorkomen kan worden. Hij zou
ook willen pleiten dat er niet enkel rijtjes huizen gebouwd moeten worden.
Er moeten voldoende vrijstaande en rijtjeshuizen gebouwd worden.
Dat er niet tot een vaste culturele commissie - door uitbouw van de tentoon
stellingscommissie - gekomen kon worden, betreurt hij. Als men hiertoe pas
besluit wanneer Fideï et Arti klaar is, dan komt men te laat. Verder zou hij
willen aandringen op het bekend maken van de indirecte subsidies. Wij lezen
dit wel in de begroting, maar de burgers niet. Het antwoord wat hij kreeg
met betrekking tot de vernielingen bevredigt hem niet zo. Betere voorlichting,
dus de mensen erop wijzen wat het allemaal kost, helpt mogelijk tot de bestrij
ding van de vernielingen. Men zou ook de scholen hierbij kunnen betrekken.
Met betrekking tot de opmerking betreffende overige kosten voor de veilig
heid, welke genoemd worden onder de posten 140, 152, 154, 162 en 170, zou
hij willen zeggen dat die kosten wel gemaakt moeten worden maar dat deze
toch niet allemaal bestemd zijn voor brandstof voor de wagens. Hij zou
hiervan graag een specificatie willen hebben.
Paracommercialisme is bij het college bekend. Kan men maatregelen nemen om
dit probleem te voorkomen, zo vraagt hij. Hij heeft geen antwoord gehad op
het voorstel van zijn fractie met betrekking tot de voorlichting. Een ant
woord of voorstel van het college in deze ziet hij gaarne tegemoet.
Het lid VAN DER GRAAF zegt graag te willen ingaan op enkele zaken, welke
door wethouder Meijers zijn beantwoord. Met betrekking tot het welzijnsplan
heeft hij de wethouder een artikel 61-oommissie horen noemen. Hij zelf heeft
geen enkele behoefte te stellen dat dit op die of die manier zou moeten
gebeuren. De belangrijkse wens, die hij heeft is dat de commissie, die dit
plan moet vaststellen en bestuderen, zo breed mogelijk is samengesteld.
Zo breed mogelijk kan ook betekenen, dat het gemeentebestuur op een zodanige
wijze participeert, dat wij weten wat er gebeurt. Hij komt dan tot enkele
punten, die hij aan de orde heeft gesteld en waarvan hij heeft ontdekt, dat
de mening van de wethouder en van hem helemaal niet zo ver uiteen lopen.
Hij heeft vragen gesteld, omdat klaarblijkelijk de beantwoording van de vragen,
gesteld in de afdeling, niet zodanig was, dat hij daaruit voldoende kon be
grijpen. Dit blijkt onder meer uit de kwestie van plaatsing in W.S.W.-verband
of andere mogelijkheden om te zorgen dat mensen, die, om welke reden dan ook,
niet in het nederlandse arbeidsproces passen, door middel van een zekere
sluisperiode de kans krijgen toch een arbeidsplaats in het vrije bedrijf te
verwerven. Als er een betere beantwoording op de vragen in de afdeling
gegeven was, dan had hij zijn vragen niet gesteld. Ten aanzien van het indivi-
dualiseringsbeginsel van de Algemene Bijstandswet zegt hij een voorstander
van dat beginsel te zijn. Hij heeft slechts willen aangeven dat het op zijn
minst voor discussie vatbaar is of bij bewoners van huurwoningen van meer dan
525,per maand of bij de betalingsverplichtingen van mensen van vergelijk-