- 19 - Nu zegt zijn fractie dat alleen iets doen, omdat de wet dat voorschrijft, niet altijd de beste organisatie van zaken is. Men zegt hierbij dat de medewerking van het bijzonder onderwijs nodig is, omdat hier niet alles geregeld is, zoals bij het openbaar onderwijs. Dit is zijn bedoeling niet. Oudenbosch als onderwijsgemeente, een terrein waarvan wij allemaal weten dat daarop ontstellend veel te doen is en dat in de afgelopen jaren op dat terrein een haast niet te volgen ontwikkeling op gang is gebracht, die naast de enorme financiële consequenties, hij meent dat de rijksbegroting voor 25 uitgemaakt wordt door uitgaven voor het onderwijs, krijgt maar een heel klein deeltje uit de financiële verhouding. Hij vindt dat men voor dat klein deeltje, wat uit de financiële verhouding wordt verkregen evengoed verantwoordelijk is, ook al wordt dit door een ander ter beschikking gesteld. Als dat nu een zo omvattende zaak wordt, enorme veranderingen, dan is het toch wel goed dat men op die basis van oudercommissies en -raden, deze bestaat dan uit ouders, onderwijzers en bestuurders, tot een werkbare commissie komt. Of dit een vaste commissie van onderwijs moet zijn of niet doet niet ter zake. De titel die men daar aan wil geven, vindt hij van geen importantie. Het gaat hem alleen om de strekking van het idee. Daarom zou hij willen voorstellen dit punt nog eens ter discussie te stellen. Men moet ook denken aan de randverschijn selen. Hij heeft er hiervan een aantal genoemd, maar daar is eigenlijk nog een punt bij gekomen, namelijk de kwestie van de peuterspeelzaal. Waar komt nu zo'n voorziening te hangen Blijft dit een incidentele zaak, waarover de raad alleen praat als er geld ter beschikking gesteld moet worden of is dit ook een zaak die men inderdaad serieus moet nemen en ergens in een stuk beleid ingebouwd moet worden De heer Rennings heeft het gehad over een overlegorgaan. Hij heeft van hem begrepen dat deze hierop ook terugkomt. Hij hoopt dat met die bijdrage verder kan worden gediscussieerd. Met betrekking tot de huisvesting in de wijken is hij tevreden met het antwoord van het college. Hij neemt aan dat dat serieus is bedoeld. De voorzieningen bij derden kunnen een mogelijkheid vormen, alhoewel er nog problemen blijven op het terrein van de huisvesting. De bezorgdheid voor de muziekschool delen burgemeester en wethouders. Dit vindt hij een hoopvolle zaak. Hierdoor krijgt deze vorm van onderwijs de nodige aandacht. Hij wil niet zeggen dat dit onderwijs op dit moment niet de nodige aandacht heeft. Op de kwestie aangaande de rioolretributie komt het college terug in de januarivergadering. Aangaande het welzijnsplan heeft wethouder Meijers een aantal zaken genoemd, welke ter discussie worden gesteld en bestudeerd moeten worden. Hij kan zich hier in wel vinden. Een ding heeft hij echter niet van hem gehoord, namelijk het aangeven van kanalen waarlangs de belanghebbende of betrokkene kan ventileren. Men moet voelhorens hebben in een gemeenschap om te kunnen weten dat datgene, wat men wil gaan doen, geënt is op hetgeen er leeft binnen die gemeenschap. Hij zou het zeer op prijs stellen als de raadsleden in de loop van volgend jaar hierover informatie krijgen. De weinige informatie over het sociaal- culturele-werk noopte hem tot het stellen van enige vragen. Hij wil de opmerking met betrekking tot het ziekenhuis gaarne ondersteunen. Het zieken huis van Oudenbosch kan wedijveren met heel wat grotere ziekenhuizen. Er wordt kwalitatief werk geleverd. Hij vindt het onbegrijpelijk dat hogere instanties zuiver materiële en financiële belangen laten prevaleren boven sociale en zelfs geneeskundige belangen.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1977 | | pagina 273