- 16 -
Verder betrekt de heer Brouwers het saciaal-cultureel werk- werklozen in
zijn beschouwing en stelt dat het succes te danken is aan het initiatief
van de mensen zelf en de werkgroep, die dat initiatief steunt door gevolg
te geven aan hun wensen en behoeften. Dat is zo, dat ben ik helemaal met
hem eens.
Wij hebben in ons antwoord gezegd, dat wij gelukkig zijn met de gekozen opzet
en dat wij hoopvolle verwachtingen hebben. De opkomst heeft aan die ver
wachtingen voldaan.
Wij blijven hopen op de geweldige inzet van de werkgroep.
Wij zijn overtuigd van de belangrijkheid. Zij zijn ook diegenen, die propa
gandisten moeten zijn om dit werk nog meer uit te bouwen.
Wij zijn te allen tijde bereid te helpen, daar waar mogelijk.
Ik meen dat het correct en gepast is om en de mensen van de werkgroep te
danken voor hun inzet en het bestuur en docenten van het vormingscentrum
voor hun spontane medewerking.
Dan kom ik vervolgens bij de heer van Hoof
^e heer van Hoof stelt en ik citeer: "Hier lijkt het erop, dat we zaken welke
we met de mond belijden in de praktijk met de voeten treden".
Ik meen daar toch stelling tegen te moeten nemen, om de dóódsimpele reden,
dat dit niet waar is. Wij hebben zowel W.S.W.-medewerkers als mensen die
in een T.A.P.-regeling bij ons werkzaam waren een dienstverband aangeboden.
Het moet u toch bekend zijn, meneer van Hoof, dat het beleid van het gemeente
bestuur van Oudenbosch er inderdaad steeds op gericht is geweest en geloof me
nog is om wanneer daartoe reële mogelijkheden aanwezig zijn dit beleid voort
te zetten.
Ik dacht, dat de gemeente Oudenbosch met enige trots kan en mag stellen, dat
wij in de Regio, gemeenten van soortgelijke omvang al lang als voorbeeld zijn
geweest
Dit soort geluiden hoort men ook wel van andere instanties, met name van het
Werkvoorzieningsschap enerzijds ten aanzien van de W.S.W.-mensen en ander
zijds van het G.A.B. voor wat betreft de mensen die uit de T.A.P.-regeling
bij ons kwamen.
Tot zover mijn antwoord aan de heer van Hoof.
De heer Kessel spreekt bij het hoofdstuk Sociale Zorg ai Maatschappelijk Werk
over de uitgave voortvloeiende uit de A.A.W.
Het komt mij wat onwaarschijnlijk voor dat u inderdaad de A.A.W» bedoelt.
Het zou wellicht mogelijk kunnen zijn, dat u zich misschien vergist hebt in
een lettertje.
Als dat niet het geval is, dan moet ik u er toch van op de hoogte stellen,
dat de A.A.W. wordt uitgevoerd door de bedrijfsverenigingen en wij daar als
gemeente geen enkel beleid in hebben.
Vervolgens kom ik bij de beantwoording van de vragen, gesteld door de heer
van der Graaf.
Op de eerste plaats de all-in normen
Indien door de centrale overheid maatregelen worden getroffen zullen deze
als regel door de uitvoerende instanties moeten worden opgevolgd. Met betrek
king tot de uitvoering van de A.B.W. behoudt de verantwoordelijke instantie
de mogelijkheid om te individualiseren. In dit verband wil dat zeggen: daar
waar toepassing van de normale regels leidt tot situaties die voor de
bijstandontvanger onaanvaardbaar en onverantwoord zijn, de hulpverlening af
te stemmen op zijn individuele omstandigheden.
Met betrekking tot de all-in norm voor huren van meer dan 525,voorzien
wij bij het opleggen van een verhuisplicht, problemen daar waar het leven
op bijstandsniveau een tijdelijk karakter draagt (werkloosheid).