-30- De VOORZITTER zegt te willen aanbieden dat het college attent zal zijn als het gaat om dergelijke grote bedragen, zodat er een relatie zal bestaan tussen het bedrag en het boetebeding. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 8. Voorstel tot verkoop van industrieterrein aan Hoftijzer Metaalwaren B.V.alhier. 9.Vaststellen van een verordening als bedoeld in artikel 3. derde lid, van de Winkelsluitingswet 1976 (aanwijzing koopavond). 10. Voorstel tot 3e wijziging van de "Verordening tot regeling van de vergoeding van verplaatsingskosten aan gemeentepersoneel. Zonder hoofdelijke stemming worden deze voorstellen aangenomen. 11. Voorstel tot het toekennen van een vergoeding aan European Metal Shredding (EMES) b.v. voor het aanleggen van een in- en uitrit aan de 0udlandsedijk/150e wijziging van de begroting voor 1977 en 29e wijziging van de begroting van het grondbedrijf voor 1977» Het lid VAN DER GRAAF zegt dat hij zelden een contract heeft gezien waarin nota bene zoveel voorwaarden door het bedrijf aan de gemeente worden opgelegd. Hij begrijpt niet dat men een dergelijk contract in het verleden heeft kunnen sluiten. Hij heeft op zich geen bezwaar tegen deze uitgave, omdat deze voortvloeit uit een in het verleden gesloten over eenkomst Het lid RUBBENS zegt te willen vragen of de gemeente van te voren in kennis is gesteld van deze aanleg. Voorts zou hij willen vragen tot hoever de aanleg van deze in- en uitrit strekt. Het lid N. VAN HOOF zegt dezelfde vraag te hebben als de heer Rubbens. In de overeenkomst wordt gesproken over een in- en uitritmaar er is geen enkele limiet aangegeven. De VOORZITTER zegt dat men inderdaad zit met een contract, waarbij Hunter Douglas of rechtsopvolgers aanspraak kan maken op drie in- en uitritten. Van die in- en uitritten is de minimum maat aangegeven en voor het overige zou men kunnen zeggen dat er geen maximum is gesteld. Dit is maar tot op zekere hoogte waar. Al is dit niet bepaald; deze overeenkomst moet zoals iedere overeenkomst te goeder trouw worden uitgevoerd. Met de aanleg van de uitrit, waarvoor nu een bijdrage wordt gevraagd is het een beetje vreemd gegaan. Door burgemeester en wethouders is daartegen duidelijk stelling genomen. Toen alles al gerealiseerd was kwam men met de vraag of de gemeente een lantaarnpaal kon verplaatsen en of de gemeente ook de kosten wilde betalen. Door het college is toen gezegd dat dat toch eigenlijk niet de aangewezen weg was. Aan de hand van de tekening is na gegaan of het bedrag wat er tegenover stond reëel was. Men heeft heel nadrukkelijk vastgesteld dat zij met hun eigen beurs bezig geweest zijn en dat de kosten reëel waren ten opzichte van hetgeen daar gebeurt. Het lid RUBBENS zegt te willen voorstellen aan Hunter Douglas te vragen om bij de aanleg van de derde uitrit in een eerder stadium contact met de gemeente op te nemen. De VOORZITTER zegt dat Hunter Douglas dat wel zal doen. Hij heeft de in druk gekregen dat zij bij toeval in het contract hebben gezien dat zij de kosten konden verhalen. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1977 | | pagina 252