-25-
Ook voor de verdere toekomst zijn wij niet optimistisch, gelet op het
beleid van de provinciale overheid, tot verdere beperking van het tempo
van de woningbouw in onze gemeente. In dit verband zijn wij van mening,
dat er een aanmerkelijke geringere ruimte beschikbaar is in de jaren
tot 1985 voor vestigingsoverschotten, dan door het
Economisch Technologisch Instituut voor Noord-Brabant in deel 5 en
laatste deel van het rapport woningmarktonderzoek wordt opgemerkt.
In het bijzonder de bouwproductie in de jaren 1976 t/m 1978 blijft aan
zienlijk achter op door e.t.i.n. destijds in het rapport gemaakte ver
wachtingen. In plaats van 300 woningen per jaar minder dan 150.
De gefaseerde opzet van het bestemmingsplan voor de volgende jaren Albano,
alsmede de bestemmingsbepalingen bieden voldoende mogelijkheden om op
de nieuwe situatie in te spelen, zoals vergroting van het contingent
premie-huurwoningen
Voorts kan door middel van een voorkeursrecht met aanvullende verplichtin
gen ten aanzien van de verkoop aan inwoners bij de toewijzing van bouw
grond positief werken op het terugdringen van de plaatselijke woning
behoefte. Dit middel moet dan wel worden ontwikkeld.
Op grond van recente onderzoeken, alsmede de voorwaarden waaronder de
verkoop geschiedt, zijn wij van mening, dat voor de continuiteit van de
sociale woningvoorziening, het twijfelachtig is, desbetreffende woningen
aan huurders te verkopen.
Teneinde aan de groeiende behoefte van eigen woningbezit onder de lage
inkomenstrekkers te voldoen pleiten wij wederom voor woningbouw voor
eigenaars-bewoners in de beschutte sfeer.
Tenslotte is het naar onze mening noodzakelijk de resultaten van het
woningmarktonderzoek afzonderlijk te bespreken.
Wij verzoeken het college dit punt zo mogelijk in het eerste kwartaal
1978 te agenderen.
De daling van het aantal aanvragen om uitkering op grond van de Wet
Werkloosheidsvoorziening, hoe gering ook, is verheugend en bemoedigend.
Ook de steeds toenemende dienstverlening van de afdeling Sociale Zaken
is voor ons een toe te juichen ontwikkeling.
De toename van de jeugdwerkloosheid daarentegen vervult ons met zorg.
Uw beleid tot het in tijdelijke of vaste dienst nemen van medewerkers in
functies, die enige jaren door mensen in W.S.W.-verband zijn vervuld
heeft onze steun.
Wij vragen ons echter af of, gezien de werkloosheid en de behoefte aan
arbeidsplaatsen, wij in dit opzicht de proefperiode niet enigzins kunnen
inkorten. Een dergelijke maatregel zal ongetwijfeld uitstralend werken.
Bij de aanbieding van de concept-rijksbijdrageregeling terzake van sociaal
cultureel werk, schrijft de Staatssecretaris: "dat deze activiteiten tot
stand moeten komen op initiatief van de bevolking en voorzien in een
behoefte van de bevolking."
Wij zijn van mening dat de bevolking de totstandkoming ook moet kunnen
volgen en dat alle instanties of organisaties, die reeds actief zijn op
sociaal-cultureel terrein in onze gemeente, bij de ontwikkeling van het
plan worden ingeschakeld.
Vanuit de wijken wordt herhaaldelijk gevraagd om ruimte voor activiteiten.
V/ij zijn ons bewust, dat oplossingen niet even gemakkelijk voorhanden zijn.
Niettemin dringen wij er op aan steeds attent te zijn op nieuwe si
tuaties en zonodig als intermediar te fungeren tussen wijkverenigingen
en eigenaar of gebruiker van geschikte ruimten.
Wij dringen aan deze aspecten onderdeel van uw beleid te maken.
