-14- welke onderzocht worden. Het lid VAN DER GRAAF zegt graag voorstel nr. 6 hierbij te willen betrek ken. Hij vraagt waarom in het ene geval de belastingschade wel vergoed wordt en in het andere geval niet. De VOORZITTER zegt dat de belastingschade ontstaat door het feit dat deze uitkering in een bepaald jaar bij het inkomen komt en de betreffende belasting plichtige in een hogere belastingschijf terecht komt. In het ene geval bestaat die mogelijkheid wel en in het andere geval kennelijk niet. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 6. Voorstel tot vaststelling van een schadeloosstelling wegens het uit de pacht nemen van grond/l31e wijziging van de gemeentebegroting 1977» Het lid RENNINGS vraagt of nagegaan is of dit alles acceptabel voor de heer Meesters is. Dit blijkt namelijk niet uit de ter inzage gelegde stukken. De VOORZITTER zegt dat men eerst een ander perceel op het oog had. Hier over is men niet tot overeenstemming kunnen komen met de heer Meesters. Genoemde heer Meesters is toen zelf met deze suggestie gekomen. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 7» Voorstel tot het aanschaffen van een chloorbleekloogtank en een zout- zuuropslagvat voor het instructiezwembad/132e wijziging van de gemeente begroting 1977. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 8. Benoeming P.J.J.M. Mangelmans tot ambtenaar van de burgerlijke stand. Op voorstel van de VOORZITTER vormen de leden Mol en Rennings de commissie van stemopneming. De stemming heeft als resultaat de heer P.J.J.M. Mangelmans: 15 stemmen. Tot ambtenaar van de burgerlijke stand is derhalve benoemd de heer P.J.J.M. Mangelmans. 9. Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet en vaststelling beroeps procedure met betrekking tot de indicatiecommissie ingevolge artikel 6.j" van de Wet op de bejaardenoorden/l33e wijziging gemeentebegroting 1977» Het lid GOUVERNEUR-LAMERS zegt dat hier sprake is van een regionale commissie, welke bemand wordt door uitsluitend personen uit Roosendaal. Zij vraagt of er bij de samenstelling van deze commissie ook inspraak is geweest van de deelnemende gemeenten. Het lid N. VAN HOOF zegt enkele opmerkingen te hebben met betrekking tot de beroepsprocedure. In artikel 5 staat dat de resultaten van een hernieuwd onderzoek uiterlijk 6 weken na de ontvangst van het beroepschrift bekend moeten zijn en in artikel 7 staat dat burgemeester en wethouders binnen drie maanden na ontvangst van het beroepschrift beslissen. Gezien de ervaringen die hij met bejaarde mensen heeft, merkt hij op dat deze vrij ongeduldig worden als zij lang moeten wachten. Daarom zou hij willen vragen of genoemde termijnen wellicht ingekort kunnen worden. Het lid RENNINGS zegt zich bij de vorige spreker te kunnen aansluiten. Hij zou voorts willen vragen of Mej. Crijnen niet in een moeilijke situatie ge raakt, daar zij aan de ene kant de commissie moet adviseren en aan de andere

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1977 | | pagina 198