-9-
go Het college is uiteraard bereid tot samenspraak met de raad over het
oplossen van problemen binnen het takenpakket van het gemeentebestuur.
Het college is echter van mening, dat de verantwoordelijkheid voor de
huisvesting van de buitenlandse werknemers ligt in eerste aanleg bij de
v/erkgevers die hen naar hun bedrijven haalden.
Dat een dergelijke huisvesting aanvankelijk in pensions zal plaats
vinden, vindt het college even vanzelfsprekend als de behoefte van de
buitenlandse werknemers om, voor zover zij werkzaam zijn in onze gemeente,
na verloop van de daarvoor bij de woningstichting gebruikelijke wacht
tijd, een zelfstandige huisvesting voor zichzelf en eventueel hun nog
in het buitenland wonende gezin te verwerven.
Het college meent, dat de huisvesting van buitenlandse werknemers niet
ten koste mag gaan van de huisvesting van de andere inv/oners van onze
gemeente.
h. Ja. Het college meent, dat er geen reden is om deze taak weer zelf ter
hand te nemen, zolang als het overtuigd is van de zeer zorgvuldige wijze
v/aarop door de woningstichting de woningen worden toegev/ezen. De woning
stichting is overigens geen particuliere stichting maar een toegelaten
instelling."
Het lid VAN DER GRAAF zegt dat de antwoorden op een aantal punten geen reden
geven hier verder op in te gaan. Ten aanzien van punt c zou hij willen
vragen of het college kan aangeven wat dat stelsel van rijksbijdrage in
houdt. Ten aanzien van punt e kan hij met het college meevoelen dat het geen
noodzaak ziet andere gemeenten te benaderen. Hij zou wel willen vragen of
dit niet impliceert daarmee wel de eerste zorg voor de opvang van deze
mensen in onze gemeente in huis v/ordt gehaald, omdat zij op straat komen
te staan. Ten aanzien van punt f heeft het college ontkent dat de sociale
indicatie moet worden aangenomen bij buitenlandse v/erknemers, die niet
economisch met onze gemeente verbonden zijn. Hij kan met deze opmerking
in zoverre meegaan dat er inderdaad gevallen bekens zijn waarbij men dui
delijk kan zeggen dat men niet sociaal aan deze gemeente gebonden is.
Dat wil niet zeggen dat dat voor alle buitenlandse werknemers geldt. Hij
zou willen vragen of het college een indicatie heeft om hoeveel personen
het hier gaat. Hij heeft wel een indicatie, maar weet niet of deze overeen
komt met datgene wat het college weet. Het gaat hier om tenminste 2b per
sonen, die direct met Oudenbosch economisch verbonden zijn. Van 11 per
sonen is dit nog niet bekend en de overige v/erken in een andere gemeente. Het
gaat hem te ver voetstoots aan te nemen dat deze niet in Oudenbosch ge
werkt hebben. Het college is bereid binnen het takenpakket, in samenspraak
met de raad, naar oplossingen in deze te zoeken. Mag hij aannemen dat het
college op korte termijn dienaangaande voorstellen zal doen, zo vraagt hij.
Ten aanzien' van de verantwoordelijkheid, v/elke bij de v/erkgevers ligt, zou
hij willen vragen hoe die verantwoordelijkheid voor de huisvesting van
buitenlandse v/erknemers bij de v/erkgevers kan liggen, wanneer zij niet de
eerste werkgever van deze werknemers zijn en wanneer deze v/erknemers onder
een sociale uitkering vallen.
Ten aanzien van punt h zou hij als aanvullende vraag willen stellen of
het bekend is dat er buitenlandse v/erknemers zijn die sinds 1973, 197^+ en
1975 ingeschreven staan bij St. Bernardus - de kaarten worden telkens ver
lengd - en nog steeds geen v/oning hebben. Hij tv/ij feit eraan of deze mensen
op hun beurt aan huisvesting v/orden geholpen.
De VOORZITTER zegt dat hij iedereen het voorlezen van bedoelde subsidie
regeling wil besparen. Buiten de normale regeling zijn er ook nog uitzon-