6-
Men moet dan wel willen inzien dat het erg speculatief is om na het eerste
kwartaal te gaan juichen over een lagere rentelast.
Met betrekking tot de kredietbewaking zou hij willen zeggen dat met zijn
allen naar het moment, dat dit mogelijk is, is toegeleefd. Het college is er
nu duidelijk op ingesteld, omdat het zijn taak is en met name omdat dit
in het verleden uit de hand is gelopen.
Met betrekking tot de kostprijsberekening van het industrieterrein aan de
Bosschendijk zegt hij het jammer te vinden dat de bedoelde berekening niet
ter inzage heeft gelegen. De verschillen zitten in het feit dat de taxatie
van de kosten voor de nutsvoorzieningen in mei anders was dan in november
terwijl daarnaast het systeem van rente toerekenen verkeerd was.
Normaliter passeren alle kostprijsberekeningen de afdeling financiën.
Daar horen deze thuis en daar zullen ze ook komen.
Het lid VAN DER GRAAF zegt dat hij verbaasd is over de opmerking van de
heer N. van Hoof. De begroting is een stuk, waarin de raad zijn beleid
voor het komende jaar vastlegd. Het is dus honorabel wanneer het college
vooraf de gevoelens van de raad peilt. Daarvoor is de commissie voor Al
gemene en Bestuurlijke Zaken, volgens hem, uitermate geschikt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders. De aanwezige wethouders onthouden zich
van stemming.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor koffiepauze.
Na opheffing van de schorsing geeft de VOORZITTER het woord aan de heer
van der Graaf.
Het lid VAN DER GRAAF zegt een voorstel van orde te willen doen. Hij zou de
raad toestemming willen vragen om vragen aan het college van burgemeester
en wethouders betreffende de huisvesting van buitenlandse werknemers te
stellen.
Het lid N. VAN HOOF zegt niet in te zien waarom het stellen van vragen nu
moet geschieden. Waarom kan dit niet tijdens de rondvraag gebeuren, zo
vraagt hij.
De VOORZITTER zegt dat artikel 17 van het reglement van orde bepaalt dat
als er inlichtingen gevraagd worden er onmiddelijk geantwoord kan worden,
als het college daartoe in staat is. De te stellen vragen zijn bij de raad
en het college bekend. Het college heeft zich dus kunnen prepareren.
Als de heer van der Graaf daarmee niet content is dan voorziet artikel
20 van het reglement van orde in de mogelijkheid nog een voorstel te doen.
Dit voorstel zou de raad als deze het daarmee eens is, nog kunnen behandelen.
Spreker leest artikel 20 van het reglement van orde voor alle duidelijkheid
voor. De mogelijkheid om het voorstel direct te behandelen is veel aan
vaardbaarder dan dat dit in de rondvraag moet gebeuren.
Het lid VAN DER GRAAF zegt te willen toelichten waarom hij nu zijn vragen
wil stellen. Er zit een aantal mensen in deze zaal, dat duidelijk belang
heeft bij deze zaak. Dit zijn mensen, die niet allemaal even goed nederlands
spreken en verstaan, zodat zij het vervolg van de raadsvergadering niet
voldoende zullen begrijpen.
De VOORZITTER zegt dat hij dit argument van de heer van der Graaf heel goed
begrijpt. Hij vindt het ook praktischer om het nu te doen, daar al een aantal
van die mensen tijdens de koffiepauze is weggegaan, omdat alles wat zich hier
afspeelt niet goed werd begrepen.
Het lid N. VAN HOOF zegt dat de raad de belangen van die mensen toch niet
minder zal behartigen als zij er niet bij aanwezig zouden zijn.
Het lid RENNINGS zegt ervoor te zijn dat de vragen nu gesteld worden.