-k-
dat men nu vraagt om dat ding te laten staan, daar dit in strijd is met het
bestemmingsplan.
Het lid VAN DER GRAAF zegt dat het zijn bedoeling is geweest rechtsgelijk
heid voor iedereen te bereiken. Uit de woorden van de voorzitter blijkt
echter dat een uitzonderingsbepalingen voor iedereen niet haalbaar is. Om
rechtsongelijkheid te voorkomen blijft er niets anders over dan het hoofd
in de schoot te leggen en daarbij toch eoiMLjke smaak in de mond over te houden.
Het lid RENNINGS vraagt of het college wil toegeven dat het gebruik wil
maken van de bevoegdheid om kleine bouwwerken toe te staan, mits deze aan
andere criteria wel voldoen.
Gelet op de voorbeelden die daarbij genoemd zijn, zou hij willen vragen of
het college mee kan gaan dat daaronder in het bestemmingsplan Velletri-
Oost ook verstaan kan worden dat daar plantenkassen gebouwd kunnen worden.
Zo ja, zou het college dit dan aan betrokkene willen mededelen, zo vraagt spreker.
Het lid BROUWERS 'zegt zich bij de vorige spreker te willen aansluiten.
De VOORZITTER zegt geen bezwaren te hebben dat aan de brief, gericht aan de
heer Stenfert, wordt toegevoegd dat er een vrijstellingsbevoegdheid is.Hij
dacht dat het ook nuttig was mede te delen dat dit niet alleen afhankelijk
is van het bestemmingsplan, maar van meer, alvorens een bouwvergunning af
gegeven kan worden. Plantenkassen zijn bouwwerken, welke niet voor bewoning
dienen en als zodanig kunnen zij vallen onder de termen van het bestemmingsplan
met betrekking tot die vrijstellingsbevoegdheid.
Besloten wordt:
a. bovengenoemde stukken, vermeld onder de nummers 1 t/m 10 en 13 t/m 18
voor kennisgeving aan te nemen.
b. de brieven als antwoord op de punten 11 en 12 te verzenden, onder aan
tekening dat de brief, behorende bij punt 11 wordt aangevuld met de mededeling
dat in de bestemmingsvoorschriften een vrijstellingsbevoegdheid is gegeven
aan het college om kleine bouwwerken van bepaalde afmetingen niet dienende
voor bewoning, toe te staan en dat een bouwplan niet alleen getoetst wordt aan
het bestemmingsplan.
3» Voorstel tot voorlopige vaststelling van de rekening 1973 van de takken
van dienst en van de gemeente.
Het lid N. VAN HOOF zegt dat als antwoord op de vragen van de raadscommissie
belast met het onderzoek van de rekening 1975 is medegedeeld dat in de be
groting 1978 een volledige opname van de dekkingsmiddelen wordt opgenomen
overeenkomstig de wens van gedeputeerde staten. Hij blijft achter het stand
punt van de commissie staan dat slechts de helft van de dekkingsmiddelen
opgenomen dient te worden. Hij zeil op deze kwestie bij de begrotingsbehandeling
terugkomen. Met betrekking tot de overschotten en renten stelt het college
voor dit totaal na het derde kwartaal zichtbaar te maken. Hij dacht dat
het toch zinvol en nuttig zou zijn dit per kwartaal te doen, zonder een
raadsvoorstel tot wijziging van de begroting. In de financiële administratie
- deze biedt inderdaad weinig mogelijkheden om een goed inzicht te ver
krijgen in de onderdelen van beschikbaar gestelde kredieten - hoopt het
college binnen niet al te lange tijd verandering aan te brengen. Dit is
niet afhankelijk van automatische apparatuur. Hij dacht dat de krediet
bewaking zonder meer tot de taak van burgemeester en wethouders zou
moeten behoren. Het antwoord op de opmerkingen van de commissie over de
kostprijsberekening van het industrieterrein aan de Bosschendijk vindt hij
miniem. Hij had verwacht dat bedoelde kostprijsberekening ter inzage was ge
legd teneinde te bezien of deze eventueel bijgesteld moest worden of niet.