- 16 -
het bezwaarschrift op een zodanig moment binnen komt dat er een extra
vergadering zal nodig zijn, omdat die termijn maximaal 60 dagen mag duren.
Hij hoopt aan de duidelijkheid van het stuk te hebben bijgedragen»
Het lid VAN DER GRAAF zegt dat, als hij het preadvies goed begrepen
heeft, het college er de voorkeur aangeeft om de leden van de raad, die dit
horen zullen doen, niet ad hoe, maar voor een periode te benoemen. Naar
zijn gedachten kleven daaraan enkele bezwaren. Een bezwaar is dat, wan
neer twee raadsleden worden benoemd, de mogelijkheid om te horen niet
aanwezig is wanneer één van hen of beiden uitstedig zijn. Een tweede
bezwaar is, naar zijn mening, dat het denkbaar is dat een bepaald raadslid
zeer geschikt is om zich te bemoeien met een bezwaarschrift, liggend op
een bepaald terrein en een ander raadslid misschien meer geschikt is op
een ander terrein. Hij zou daarom willen voorstellen om, wanneer niet
ad hoe maar voor een bepaalde periode raadsleden worden benoemd, dan
meerdere raadsleden te benoemen. Hij denkt daarbij aan een getal van zes,
waarbij dan, als er gehoord moet worden, deze leden onder elkaar uitma
ken, welke twee leden in bepaalde gevallen dit werk zullen doen» Dan wor
den beide bezwaren namelijk ondervangen»
Het lid BROUWERS vraagt of hij het toch goed heeft begrepen. Het
gaat hier dus alleen om beslissingen, genomen door de raad en niet door
het college van burgemeester en wethouders of door de burgemeester.
De VOORZITTER zegt dat de wet AROB daarvan zegt dat de bezwaarschrif
ten dienen te worden ingediend bij dat administratieve orgaan wat de be
schikking heeft genomen. Dat orgaan hoort zelf of moet een regeling voor
dit horen treffen. Hij kan zich voorstellen dat de heer van der Graaf zegt
dat men met 2 mensen, wel een zeer kwetsbaar college heeft. Hij heeft de
indruk dat niets er zich tegen verzet om eventueel plaatsvervangende le
den te benoemen. Men moet dan wel de bereidheid hebben om met elkaar te
wisselen, als daar een reden voor is» Of deze wisseling nu moet plaats
vinden op basis van geschiktheid van benoeming van mensen met kennis van
bepaalde zaken, is de vraag. Het gaat duidelijk om het horen ten behoeve
van de raad, want het is de raad in zijn totaliteit die, naar aanleiding
van dit horen en het bezwaarschrift, dat krachtens de wet AROB gemotiveerd
moet zijn, een besluit moet nemen omtrent die zaak. Hij zou zeggen dat die
geschiktheid voor bepaalde zaken niet aanwezig behoeft te zijn. Hij kan
zich voorstellen dat er bepaalde relaties kunnen zijn tussen een raadslid
en een bezwaarde, van welke aard dan ook» Hierdoor kan de man zelf dan
zeggen: doe mij een plezier en laat een ander opdraven. Hij zou willen
voorstellen om in plaats van zes leden te benoemen er twee of desnoods
drie aan te wijzen en dan een even groot aantal plaatsvervangers te be
noemen, waarbij dan uitdrukkelijk moet worden afgesproken, vooral degene,
die zich met het horen belasten, dat zij met elkaar wisselen en dat zij
zeker rekening zullen houden met omstandigheden zoals eerder bedoeld.
Het lid VAN ET,7,AKKER vraagt of er veel bezwaarschriften ter tafel
komen. Als dit het geval mocht zijn, dan is hij ervoor een commissie
ad hoe te benoemen.
De VOORZITTER zegt dat, als de raad verstandig besluit, dit niet
het geval zal zijn. Men kan echter geen ad hoe commissie instellen. Men
moet een regeling treffen, anders moet de raad in zijn totaliteit horen.
Er is overigens al een zaak, waarop een bezwaarschrift is binnen gekomen.
Hij komt hierop nog terug. De raad heeft een beslissing genomen en hierop
is een bezwaarschrift binnen gekomen. Hij moet dit direct ter tafel bren
gen in verband met het feit dat het college moet adviseren om de zaak te
verdagen. De raad moet binnen 30 dagen een verdagingsbesluit nemen. Het
bezwaarschrift is op 1^ januari binnengekomen en het college heeft zich