-9-
De VOORZITTER zegt dat de opmerking van de heer Rennings doorgespeeld wordt
naar de plaatselijke bibliotheek, opdat deze de verantwoordelijkheid waar
kan maken»
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen»
1^. Voorstel tot vaststelling van de "Subsidieverordening plaatselijke
verenigingen"»
Het lid VAN DER GRAAF zegt dat voorliggend voorstel bij hem nogal wat
vragen heeft opgeroepen» Met goedvinden van de voorzitter zal hij deze aan
de hand van de verordening stellen»
In artikel 1, sub 3i wordt een onderverdeling gemaakt in hoofdstukken»
Onder het hoofdstuk culturele verenigingen worden harmonie, - en fanfare
korpsen gecombineerde .tamboer-, pijper- en trompettenkorpsen en drumbands
en mede overige muziekverenigingen.
Hij leest hieruit dat er geen andere culturele verenigingen dan muziek
verenigingen kunnei bestaan. Dit leidt hij af uit het feit dat nergens
anders in de verordening een mogelijkheid tot subsidiëring geopend wordt voor
andere culturele verenigingen dan muziekverenigingen.
De rest uit de verenigingen schijnt te bestaan uit sport- en wijkverenigingen.
Hij meent toch dat er nog andere verenigingen in Oudenbosch zijn.
In artikel 2, lid 1, sub f, staat dat er een minimum aan contributie ge
heven moet v/orden, welke door burgemeester en wethouders naar de aard van de
vereniging redelijk wordt geacht»
De raad is echter de subsidiegever. De raad kan bepaalde onderdelen aan
het college toevertrouwen» Dit is echter een onderdeel wat niet toevertrouwd
behoeft te worden aan burgemeester en wethouders»
In artikel 3, lid 1, staat dat de subsidie bij burgemeester en wethouders
schriftelijk moet worden aangevraagd. De raad kan het geven van subsidies
niet mandateren aan het college. Daarom dient deze bepaling gewijzigd te
worden, zodat de subsidie bij de raad moet worden aangevraagd»
In artikel 5, sub a, staat dat uitgesloten zijn verenigingen wier instelling,
naar het oordeel van de raad, op onvoldoende eerbiediging of erkenning van
het constitutionele bestel wijst. Hij is er sterk voor dat deze bepaling uit
de verordening verdwijnt. Deze beoordeling dient te geschieden bij koninklijke
goedkeuring. Overigens vindt hij het oordeel van de raad daarover te sub
jectief.
In artikel 5i sub b, staat dat uitgesloten v/orden verenigingen, die uit
sluitend werkzaam zijn in het belang van een politieke partij, een vakor
ganisatie, een kerkgenootschap of onderwijsinstelling, dan we1 uitsluitend
politieke of godsdienstige vorming beogen of feitelijk verrichten. Met het
eerste gedeelte van deze bepaling heeft hij nogal wat moeite. V/ordt een vak
organisatie die op het ogenblik gesubsidieerd v/ordt door de gemeente omdat
men iets doet aan de vorming van haar leden, op grond van dit artikel uit
gesloten daar het een soort onderwijsinstelling is geworden, of wordt een
vakorganisatie als zodanig uitgesloten, zo vraagt spreker»
In artikel 21, lid 2, staat:"Een verzoek als bedoeld in het eerste lid van
dit artikel dient tenminste zes maanden voordat de investering wordt gedaan
schriftelijk bij burgemeester en wethouders te v/orden ingediend". Behalve de
indiening bij burgemeester en wethouders, waar hij al eerder over gesproken
heeft, vraagt hij zich af of de termijn van zes maanden niet te lang is.
Hij zou een termijn van tv/ee maanden willen stellen.
In artikel 22, lid 2, staat dat een schriftelijk verzoek om een start- of
overbruggingssubsidie bij burgemeester en wethouders moet v/orden ingediend.