-6- Het lid VAN DER GRAAF zegt met betrekking tot de openbaarheid dat het hem niet alleen gaat om een volle publieke tribune, maar ook dat de pers en bepaalde betrokkenen hierbij aanwezig kunnen zijn» Hij denkt dan bijvoor beeld aan ambtenaren en met name zij die bij de ambtelijke voorbereiding betrokken zijn. Deze ambtenaren kunnen dan vroegtijdig van het oordeel en de opmerkingen van de raad kennis nemen. Van deze commissievergaderingen dienen ver slagen te worden gemaakt, waarvan hij vindt dat die openbaar moeten zijn. Als de notulen openbaar gemaakt kunnen worden dan kan volgens hem ook open baar worden vergaderd. Het K.B. dat hij heeft aangehaald, geeft aan dat men met behulp van een kunst greep bepaalde zaken niet aan een openbare behandeling onttrekt. Het lid RUBBENS zegt dat voor hem het informele overleg niet persé na een raadsvergadering moet plaatsvinden. Hij zelf is best bereid om hiervoor op een ander tijdstip bij elkaar te komen. Het lid VAN ELZAKKER zegt dat het informele overleg van de raad over bodig wordt door het instellen van bedoelde commissie. Uit het informele overleg zijn ook weinig of geen zaken door middel van de pers naar de opper vlakte gekomen» De pers heeft ook geen behoefte aan tendentieuse berichten. Het lid KESSEL zegt dat zijn fractie voor dit voorstel is. Het lid N. VAN HOOF zegt voorstander te zijn van een besloten commissie. Hij vindt het een vreemde zaak om als raadslid de adviezen van deze com missie de andere dag uit de pers te moeten vernemen» Hij vindt het een goede zaak om bepaalde aangelegenheden, die in een pril stadium verkeren, informeel te bespreken» De heer van der Graaf zegt dat hier ambtenaren bij moeten kunnen zijn of mensen die bij bepaalde zaken zijn betrokken. Dat is helemaal geen probleem vindt hij, want met name de commissie open bare werken laat zich begeleiden door ambtenaren, terwijl mensen die be trokken zijn bij bepaalde zeiken, worden gehoord. In een besloten vergadering kan vrijelijker worden gesproken. Men hoeft elk woord niet op een goud schaaltje te wegen. Het lid KOK zegt het voorstel van de heer van der Graaf met betrekking tot het punt dat er ambtenaren aanwezig moeten kunnen zijn te willen onder steunen. De VOORZITTER zegt dat, als in de raad die vaagheid weggenomen moet worden door te verwijzen naar de commissie, dat dan ook de verkeerde weg is. Als besluiten tot stand zouden komen in de commissie, dan gelooft hij dat dat fout is en dat men met zijn allen dan anders moet concluderen» Het gaat om zaken die nauwelijks bespreekbaar zijn, maar waarmee het college van burgemeester en wethouders reeds is gestart. Dit soort zaken moet toch wel met de raad besproken kunnen worden. Als zaken op het gebied van de Ruimtelijke Ordening en waarbij eigendommen van inwoners in het geding zijn, openbaar behandeld moeten worden dan gelooft hij dat het negatieve effect groot zal zijn» De taak met betrekking tot voorlichting aan de burgerij kan ook op een andere wijze dan middels openbaar te vergaderen worden uitgevoerd. Uit het advies van de commissie ad hoe heeft het college begrepen dat enkele leden van de raad het op prijs stellen dat zaken, waarover men geen fractieberaad heeft kunnen voeren en waarvan men voor het eerst kennis neemt, niet openbaar behandeld worden. De heer N. van Hoof drukte dit juist mooi uit door te zeggen dat men toch een moment moet hebben waarop elk woord niet op een goudschaaltje behoeft te worden afgevlogen» Hij dacht dat het niet de bedoeling van de openbaar heid is om ambtenaren aanwezig te laten zijn en dat het niet de weg is voor het contact tussen de raad en de ambtenaren. Het gaat om adviezen van de commissie aan burgemeester en wethouders. Personen die een bepaalde zaak aangaat kunnen best betrokken worden bij deze zaak door bijvoorbeeld gehoord te worden.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1977 | | pagina 166