-3- 8.Voorstel tot verhoging van de bijdrage aan de regionale brandweerkring Roosendaal voor het .jaar 1977/118e wijziging van de gemeentebegroting 1977. 9.Voorstel tot vaststelling van de derde wijziging van de uitkerings- en pensioenverordening wethouders. Zonder hoofdelijke stemming worden deze voorstellen aangenomen. 10.Voorstel tot het vaststellen van de grenzen van de bebouwde kom voor de toepassing van de Boswet. Het lid VAN DER GRAAF zegt dat in het praeadvies niet wordt gerept over de zorgvuldigheid waarmede het gemeentebestuur dient om te springen met kapverboden binnen de bebouwde kom. Hij zou willen benadrukken dat het noodzakelijk is daarmede de uiterste zorg te betrachten, omdat ook bin nen de bebouwde kom uiteraard ongebreideld kappen - ook op eigen bodem - funest kan zijn. Het lid RUBBENS zegt te willen vragen of in dit kader de bebouwde kom niet verder uitgebreid kan worden. Men zou bijvoorbeeld de wegen erbij kunnen nemen. Voor de gemeente lijkt hem dit gemakkelijker te werken. Het lid KESSEL zegt dat dit voorstel bij hem een vraag omtrent een andere kwestie oproept. Op de Bosschendijk is namelijk gekapt. Komt daarvoor nu nog wat terug, vraagt spreker» Verder op de Bosschendijk staan nu nog 5 lindebomen» Deze gaan ook weer verdwijnen, zo heeft spreker vernomen. Komt hiervoor ook iets terug? De VOORZITTER zegt dat er zorgvuldig met het kapverbcd wordt omgesprongen, hetgeen mag blijken uit het onderzoek, dat voor lief is genomen, toen het ging om het rooien van bomen aan de Bosschendijk. Wat betreft de vraag van de heer Rubbens dacht hij dat, als men dit zo uitgebreid zou moeten gaan doen, men dan in strijd met de geest van de Boswet gaat besluiten. Men zal dan ook nooit de vereiste medewerking van Staatsbosbeheer ver krijgen. Als het gaat om reconstructie van wegen of ruilverkaveling dan verwacht hij dat toch wel de medewerking van Staatsbosbeheer wordt verkregen. Wat betreft de vragen van de heer Kessel moet hij zeggen dat daarover op dit moment nog geen concrete plannen bestaan. Dat er nog bomen ge veld gaan worden is het college niet bekend, maar hiernaar zal worden geïnformeerd» Het lid RENNINGS zegt dat het antwoord op de vraag van de heer Kessel hem teleurstelt. Toen de bomen aan de Bosschendijk gekapt werden is van verschillende zijden gezegd dat onderzocht moest worden wat hier voor in de plaats kon komen» Dit onderzoek vereist wel enige tijd, maar dit is nu al een jaar geleden en het plantseizoen nadert. De VOORZITTER zegt dat dit alles enige tijd vergt, hetgeen gelegen is in het feit van de belasting van het apparaat en niet in het wel of niet terugplanten van bomen. Hij zegt toe te willen streven dat op korte ter mijn een standpunt in deze wordt bepaald. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1977 | | pagina 163