Nu zit men met dit gegeven en staan wij aan het begin van een nieuw seizoen.
Als dit besluit wordt uitgesteld, dan betekent dit extra veel werk of een lager
inkomen uit de opbrengst van de verhuur van de sporthal. De mogelijkheid tot
bijstellen heeft twee begrenzingen. In de eerste plaats is dit de prijzen-
beschikking goederen en diensten, die ook hier geldt en er toe heeft geleid, dat
in de richtlijnen van het departement is aangegeven dat de tarieven van alle
diensten slechts met 7 verhoogd mogen worden. Aan de andere kant ook de
begrenzing die de heer Kessel op tafel bracht van leidt dat er dan nog wel toe
dat die zaal optimaal bezet is. Mag hij optimaal bezet vertalen in kunnen er
zoveel mogelijk mensen uit onze gemeente van die zaal gebruik maken»
Dit laatste kan men constateren. Men kan dan zeggen: wij gaan een commerciële
prijs maken, Voor deze benadering heeft het college niet gekozen. Het bedrag op
36,—r brengen zou men wel kunnen doen, maar dan moet men ontheffing hebben van
het ministerie van Economische Zaken, Het college stelt de raad voor niet verder
achter te lopen en de aanvaardbaar geachte verhoging voor alle tarieven ook
hier toe te passen.
Het lid RENNINGS zegt, dat hij aanneemt, dat het niet de bedoeling is om
de sportraad onnodig uit te schakelen. Hij wijst alleen op het feit, dat het
gevaar van onnodig uitschakelen een stuk verschraling- is van de partioipatie
der verenigingen. Dat heeft er toe geleid tot verandering van de samenstelling
van de sportraad over te gaan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen,
20. Voorstel tot vaststelling van de tarieven voor het gebruik van het gemeentelijk
gymnastieklokaal aan de Beukenlaan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen,
21 Voorstel tot toekenning van subsidie aan de Telefonische Hulpcentrale 3.O.S.-
dienst Breda 107e wijziging gemeentebegroting 1977.
Het lid VAN DER GRAAF zegt, dat de taak van deze instelling wat ongrijpbaar
is, omdat men hier niet direot kan zeggen: zoveel inwoners van Oudenbosch maken
hier gebruik van. Hierdoor voelen wij ons verantwoordelijk voor de kosten.
Niettemin dacht hij, dat in een zaak als deze het een goed ding is wanneer die
gemeenten, die onder het telefonisch bereik van de 3,O.S,-dienst vallen, voetstoots
aannemen dat er uit die gemeenten ook het nodige gebruik van gemaakt wordt.
Dan zegt hij: waarom betalen wij niet wat gevraagd wordt, namelijk 0,0317 per
inwoner. Het gaat hem hierbij om de loyale houding van de gemeente tegenover de
3,0,3.-dienst, zoals de meeste in den lande getoond hebben nodig te zijn.
Hij wil daarom bij deze het voorstel amenderen door een jaarlijks subsidie van
250,-— te vervangen door 0,0317 per inwoner.
Het lid N, VAN HOOF zegt het met de opvatting van de heer van der Graaf eens
te zijn. Het criterium wat deze aanhaalt is juist. Vandaar dat ook hij is voor
het geven wat gevraagd wordt.
Het lid GOUVERNEUR-LAMERS zegt het met de vorige sprekers eens te zijn.
Als de raad nu toch besluit om jaarlijks subsidie te verlenen, dan vindt zij dat
best gegeven kan worden wat gevraagd wordt.
Het lid RENNINGS zegt het eveneens met de vorige sprekers eens te zijn.
De VOORZITTER zegt namens het college het voorstel van de heer van der Graaf
te willen overnemen, zodat voorgesteld wordt aan de S.O.S.-dienst Breda een
subsidie van 0,0317 per inwoner te verlenen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten.