Deze hebben een dienende functie om de schaarste te regelen, zij moeten namelijk het algemeen belang dienen. Er zijn gemeenten met een agrarische functie. Wanneer daar ongebruikelijke bebouwing plaats vindt, zal dat de agrarische functie benadelen. Het andere belang dat zijn dienen, is dat van het individu. De regels zijn er om de gelijke rechtsbedeling in de hand te houden. In die zin moet men tot de conclusie komen, dat er geen termen aanwezig zijn om het besluit van het college ongedaan te maken. Hij begrijpt wel dat het voor de persoon in kwestie een hard gelag is. Het lid N. VAN HOOP zegt eveneens akkoord te kunnen gaan met dit voorstel. Zijn fractie blijft in deze consequent. De uitlating van de heer Rennings verwondert hem eigenlijk. Vorige keer, bij eenzelfde voorstel, gaf de heer Rennings reclamant de voordelen van de twijfels» Nu blijkt dat er op deze uitspraak wordt teruggekomen en dat de adviezen en bepalingen toch als maatstaf worden genomen. Het lid VAN DER GRAAP zegt, dat hij het in die bewuste vergadering met de heer Rennings eens was. Ook nu is hij het weer met de heer Rennings eens. Hij ziet heus wel verschil in het bouwen van een woonhuis en het bouwen van een garage. Hij dacht dat bij een grensgeval daar waar men in zijn ogen een omvangrijk agrarisch bedrijf heeft met daarnaast extra nevenactiviteit - de rechtsregels niet zo strak gehanteerd behoeven te worden als de heer N. van H0of nu klaarblijkelijk bedoelt. Hij denkt dat het noodzakelijk is altijd weer attent te zijn op de vraag of in een bepaald geval inderdaad dat wankel evenwicht bereikt wordt en of men zich afvraagt: wat is ja en wat is nee. Hij dacht dat dit in de vorige vergadering inderdaad gebeurd is. Het lid RENNINGS zegt zich met de heer van der Graaf te kunnen verenigen. Hij vindt dat er een wezenlijk verschil is tussen de zaken die aan de orde zijn geweest. Vorige keer zijn er twee van dergelijke zaken aan de orde geweest, Hij heeft toen uitvoerig genoeg geargumenteerd waarom hij in het ene geval betrokkene het voordeel van de twijfels gaf en in het andere geval niet. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 14. Voorstel tot aankoop van het pand Molenstraat 140 A 102ewijziging gemeente begroting 1977 en 17e wijziging begroting 1977 van het grondbedrijf. 15. Voorstel tot beschikbaarstelling van een crediet voor de ombouw van alarm ontvangers van de brandweer 103e wijziging gemeentebegroting 1977. Zonder hoofdelijke stemming worden deze voorstellen aangenomen. 16. Voorstel tot 104e wijziging der gemeentebegroting 1977 in verband met kosten deelname brandweerwedstri.iden. Het lid VAN DER GRAAP zegt zich niet te kunnen herinneren dat er ooit een crediet gevoteerd is voor deelname aan vorige wedstrijden. Op welke wijze is de brandweer toen naar die vorige wedstrijden gegaan Moeten wij nu eigenlijk niet bezien of een dergelijke zaak toch niet meer een verenigingsactiviteit is dan een gemeentelijke activiteit, waarvoor zo maar uit de gemeentelijke pot geput kan worden, zo vraagt spreker zich af. Het spreekt natuurlijk iedereen in Oudenbosch aan, wanneer de Oudenbossche brandweer kampioen blijkt te zijn. Maar datzelfde geldt ook als bijvoorbeeld V.E.S. kampioen wordt. Het lid N. VaN HOOP zegt dat zijn fractie blij is dit crediet te mogen voteren. Hieruit blijkt, dat de maatstaven, die men aan de brandweer normaal stelt, ver overtroffen worden. In de normale begroting van de brandweer is een bepaald bedrag opgenomen voor de gewone wedstrijden. Dit is een buitengewone wedstrijd, waarop men niet gerekend heeft.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1977 | | pagina 150