-5-
10. Vaststellen van een "Garantie ver ordening eigen woningen gemeente Oudenbosoh 1977".
Het lid KESSEL zegt blij te zijn met dit voorstel. Toch roept dit nog enkele
vragen op. Hij vraagt zich af wat het nut van de 25 km.-grens voor de echtgenote
is. Stel dat de echtgenote een goed salaris verdient, maar buiten de 25 km.-grens
woont en er de voorkeur aan geeft om in Oudenbosch te komen wonen, dan komen zij
niet voor gemeente-garantie in aanmerking als de man niet voldoende inkomen heeft.
Met de voorgestelde grens voor de hoofdbewoner kan zijn fractie akkoord gaan.
Zijn voorstel is dat, indien de hoofdbewoner een te laag inkomen heeft, maar de
echtgenote verdient bijvoorbeeld het 3- of 4-voudige van het tekort, er dan toch
voor gemeentegarantie in aanmerking gekomen kan worden.
De VOORZITTER zegt, dat de achtergrond van de 25 km,-grens is gelegen in de
overweging, dat, als men van buiten komt en op een afstand van 25 km. of meer
vanaf hier werkt en daar wil blijven werken om op korte termijn de top van de
hypotheek af te krijgen, men dan niet in de gaten heeft wat voor belasting het is
om naast de werktaak ook nog de taak in het huishouden te doen.
Het is een stuk praktijkervaring dat dit er vaak toe leidt, dat deze mensen, na
verloop van tijd, er van afzien, om al die moeilijkheden, die het functioneren in
de oude baan met zieh brengt, langer te blijven accepteren. Het college heeft
gemeend de grens zodanig te moeten afstellen, dat het reizen niet het grootste
probleem behoeft te zijn, Binnen die straal van 25 km. ligt het traditionele werk
terrein van onze gemeente, n.l, Roosendaal, Breda, Bergen op Zoom en Dordrecht.
Om toch het inkomen van de echtgenote mee te rekenen, als deze buiten de 25 km.-
grens werkt, lijkt hem niet zo verstandig. Wil men blijven werken, dan is er in
de aanloopperiode best een baan hier te vinden, althans alJ men niet in de al te
kwetsbare beroepen werkzaam is.
Het lid KESSEL zegt, dat mensen die buiten de gesteldegrens werken van
gemeentegarantie worden uitgesloten.
De SECRETARIS zegt, dat betrokkenen eventueel via de wet A.R.O.B. in beroep
kunnen gaan.
De VOORZITTER stelt voor de verordening, zoals deze nu wordt voorgesteld, vast
te stellen om daarmee ervaring op te doen. Te gelegener tijd kan men dan hierover
met elkaar van gedachten wisselen.
Een behoorlijk aantal gevallen heeft het college afgewezen. Het aantal gevallen,
waarbij de echtgenote met haar verdienste de aanvrager over deze streep zou kunnen
brengen, is daarbij heel erg klein. Van de afgewezen gevallen zijn er in beroep
gegaan. In één geval i3 in tweede instantie het verzoek wel ingewilligd, daar de
echtgenote hier in het ziekenhuis een baan had gekregen. In een ander geval is in
tweede instantie dezelfde beslissing genomen als in eerste instantie. Van de Raad
van State is hieromtrent niets meer vernomen. Wij hebben een les moeten leren,
daar wij een paar keer flink tegen de lamp gelopen zijn.
Het lid KESSEL zegt aan de ene kant met de regeling akkoord te kunnen gaan,
maar aan de andere kant zou hij toch willen zien, dat zijn voorstel in de regeling
ingebouwd kan worden om zodoende toch nog een opening te houden voor hen die nu
net over de grans vallen.
De VOORZITTER zegt, dat men dan aan de essentie van de regeling komt, Hij zou
toch willen voorstellen deze regeling nu vast te stellen en te zijner tijd, als
er weer een bouwprogramma op het punt staat om verkocht te worden, hierover met
elkaar van gedachten te wisselen.
Het lid VAN DER GRAAF zegt, dat eerder gediscussieerd is over de problemen,
die ontstaan op het moment d$t de gemeente inderdaad wordt aangesproken, Hij heeft
toen gevraagd of het mogelijk en wenselijk zou zijn, wanneer het gemeentebestuur
sneller kan ingrijpen als er financiële problemen ontstaan. Dit om te voorkomen
dat bij een executoriale verkoop de winst in feite blijft hangen bij anderen dan
gemeente of rijk.