- 7 - Het lid N« VAN HOOF zegt nog steeds te zitten met de vraag wat er in feite ondertussen gebeurd is. Hij dacht dat de problemen van de Vos- senberg en het Thomas More College hierbij geen rol spelen. Vorige ver gadering is de raad voorgehouden dat binnen de scholen onder dit bestuur duidelijk mogelijkheden aanwezig waren om tot een oplossing van dit pro bleem te komen. Op welke wijze dit moet gebeuren is in feite een zaak van het schoolbestuur. De raadsleden hebben amper de tijd gehad deze zaak voor te bereiden. Dit is een ingelaste vergadering omdat voorstel nr. 2 van de agenda voor een bepaalde datum aan de orde gesteld moest v/orden. Hij vindt toch dat men deze zaak, welke op een andere manier opgelost had moeten worden, er een beetje geforceerd doorgedrukt wil krijgen. O'p die gronden is hij tegen dit voorstel. Het lid RENNINGS zegt dat de inspecteur voor iedere oplossing open stond. Hij heeft toch het gevoel dat men elkaar in het overleg niet heeft verstaan. Er wordt gesproken over het aantal leerlingen per klas. Hij dacht dat men moet streven naar verlaging daarvan. Deze kwestie speelt al sinds 1976 toen het plan Velletri Oost nog niet volgebouwd was. Men wist toen nog niet welk aanbod van leerlingen men zou krijgen. Het blijkt dat de toename van het aantal leerlingen veel groter is dan destijds mocht worden veronderstelt. Hij mag toch aannemen dat men, daar meerdere schoolbesturen naar ruimte zoeken, er alles aan gedaan heeft om tot een' oplossing te komen. Hij wil nadrukkelijk een beroep op het onderwijs kundig aspect doen, namelijk dat kO a 50 kinderen uit verschillende klas sen van school moeten veranderen. Het lid BROUWERS zegt dat hij vorige raadsvergadering niet aanwezig is geweest. Hij vindt dat er bijzonder zwaar getild wordt aan het onder wijskundig probleem. De heer Rennings zegt dat het probleem is niet om een hele klas over te hevelen maar leerlingen uit verschillende klassen. Dit is niet juist want dan zou men ook niet met één lokaal uit dit pro bleem komen. Dit zou dan namelijk betekenen dat in het te bouwen lokaal kinderen uit verschillende klassen komen te zitten. Het is gewoon het probleem dat het aanbod van leerlingen groter is dan de opvangmogelijk heden binnen Velletri. Bij zijn fractie zijn de financiële aspecten naast de onderwijskundige aspecten gezet. Dit heeft ertoe geleid dat wij gezegd hebben: kan er binnen de Bukehof en de Klinkert geen oplossing gevonden worden voor het schooljaar 1977/78. Daarbij komt dat, als een kind, wonende in Velletri, openbaar onderwijs volgt in bijvoorbeeld Bre da, er dan geen sprake van een onderwijskundig probleem is. In die zin hebben "wij dit probleem opgevat. Een hele klas uit de wijk Velletri wordt als een eenheid opgevangen zowel in onderwijskundige als opvoedkundige zin. Dit geschiedt dan wel in een andere wijk, maar er is dan geen sprake van een onderwijskundig probleem. Hij wil alleen weten of er binnen de twee scholen naar een oplossing gezocht is. De VOORZITTER zegt met betrekking tot de bezwaren tegen het multi functioneel gebruik van de Bukehof dat ook het gebruik in een andere functie dan schoolgebouw bij de omwonenden al een niet al te groot enthousiasme oproept. De heer Kok stelt vast dat een stuk flexibili teit ontbreekt. Hij doet dit naar zijn mening te gemakkelijk. Men heeft geconstateerd dat er geen aanvaardbare oplossingen binnen de gebouwen zelf aanwezig zijn. De heer N. van Hoof denkt dat deze zaak er gefor ceerd doorgedreven wordt, dat er te weinig tijd van voorbereiding was. Als deze gedachte bij hem overkomt dan spijt dit hem ten zeerste. Dat dit punt aan de agenda is toegevoegd houdt verband met het feit dat men aan het begin van het nieuwe schooljaar een oplossing voor die kinderen zal moeten hebben. Op vrijdagochtend kwam het advies van de inspecteur binnen. Daar dit positief was hebben wij in een spoedberaad van burgemees-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1977 | | pagina 142