- k - In de loop van 1975 heeft informeel overleg hierover plaatsgehad met de raad. Hierbij komen enkele gegronde en ongegronde bezwaren tegen ons plan naar voren. Nader onderzoen werd toegezegd. Eind 1975 komen bij de begro tingsbehandeling de volgende opmerkingen: Wij citeren: - begrotingsonderzoek 1976, rapport Kessel: 9» Grondbedrijf. Bij bestu dering van de begroting van het grondbedrijf is geconstateerd dat reeds in redelijke mate reële reserves aanwezig zijn. Naar aanleiding hiervan zouden wij u de navolgende suggestie willen doen. Ter bevordering van de werkgelegenheid worden van overheidswege diverse maatregelen getrof fen. De commissie is van oordeel dat hieraan ook plaatselijk iets kan worden gedaan en wel door, met aanwending van een gedeelte van de re serves, faciliteiten te verlenen bij vestiging van eventuele nieuwe be drijven. Indien een lage grondprijs bij verkoop zou worden vastgesteld moeten wel voorwaarden worden gesteld ter voorkoming van grondspecula- ties. Het uitgeven van de grond in erfpacht tegen een lage canon is een andere mogelijkheid. Gaarne vernemen wij hieromtrent uw mening. - antwoord burgemeester en wethouders: Bij het grondbedrijf zijn inderdaad reeds enige reële reserves aanwezig. Uw suggestie om ter bevordering van de werkgelegenheid door aanwending van deze reserves faciliteiten te verlenen bij vestiging van eventuele nieuwe bedrijven op het industrie' terrein aan de Bosschendijk d.m.v. aanbieding van een lagere grondprijs of erfpachtscanon, menen wij niet te moeten steunen. Immers bij vesti ging zal de grondprijs in verhouding tot de totale investering zo ge ring zijn, dat een wat lagere grondprijs of erfpachtscanon het besluit tot het al of niet vestigen ons inziens niet zal beïnvloeden. - algemene beschouwingen 1976, de heer van Elzakker: Het zou mijns inziens aanbeveling verdienen dat het industrieterrein Bosschendijk opnieuw ter discussie gesteld werd en bestemd zou kunnen worden voor particuliere woningbouw. - de heer Rennings: Overigens zijn wij van mening, dat ook aan het ves tigingsbeleid nieuwe impulsen moeten worden gegeven, zoals herverkave ling van het industrieterrein aan de Bosschendijk. - de heer Kessel: Nog steeds is ons voorstel om herindeling Industrie terrein Bosschendijk niet in praktijk gebracht. Indien burgemeester en wethouders een gedeelte van de grondreserve als directe subsidie be stemt op grondverkoop zal er zeker een grotere stimulans zijn tot nieuwe vestigingen met mogelijk nieuwe arbeidsplaatsen. Ook zou subsidie op nieuwe arbeidsplaatsen gegeven kunnen worden. Wij willen adviseren alles in het werk te stellen ora faciliteiten aan het bedrijfsleven te geven, dat voor nieuwe arbeidsplaatsen kan zorgen. - de heer Brouwers: De gemeente-huishouding heeft een totale reserve van ongeveer 2-J- miljoen. Deze gelden zijn te eigen bate geinvesteerd in al lerlei noodzakelijke en nuttige werken. Daarover geen vraag. Wel wilden wij een deel van die reserves, die ontstaan zijn mede door de burgers, onttrekken aan de huidige bestemming en investeren in bijvoorbeeld werk- gelegenheidsobjecten aan de Bosschendijk. Vorig jaar is door u een on derzoek toegezegd inzake de bestemming van het industrieterrein aan de Bosschendijk. De V.V.D. had daarvoor een plan gemaakt wat door ons voor een deel haalbaar leek. Welnu, op grond van de door u middels het E.T.I. verkregen gegevens, wilden wij op dit voorstel inspelen. - antwoord burgemeester en wethouders algemene beschouwingen 1976, bij monde van de voorzitter: Ten aanzien van het Industrieterrein Bosschen dijk zou ik het volgende willen opmerken. De bestemming van dit terrein is reeds diverse malen met uw raad besproken. Steeds is de conclusie geweest de bestemming industrieterrein te handhaven. Wij zijn van mening dat deze bestemming ook nu gehandhaafd moet blijven. V/ij hopen u binnen-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1976 | | pagina 98