- 22 -
beleid gesterkt zullen worden.
Het lid VAN DER GRAAF zegt niets te horen over zijn opmerking dat de
gewestraad geen beleid heeft. Hij blijft bij die stelling en vindt het
vervelend dat hij bij deze stelling moet blijven. Hij vindt dat de gewest
raad wel een beleid moet hebben. Hij weet niet of dit een oorzaak is van
het feit dat er geen gekozen bestuurders in zitten, maar dat er mensen
in zitten, die nadrukkelijk zeggen: wij spreken namens een gemeente. Dat
is een misleidende ervaring als je ontdekt hoe grote gemeenten hun stempel
drukken op de beraadslagingen en ook op de voorstellen, die er op tafel
komen. Dit zou een overweging zijn om te zeggen dat de hele gewestraad op
deze manier helemaal niet functioneel werkt, doordat er meer onderling ge
krakeel is over de kwestie van spreek ik nu over het belang van het gewest
of het belang van mijn gemeente. Het zal duidelijk zijn, als dit laatste
gebeurt - naar mijn mening gebeurt het ook zo - dat dan grote gemeenten
een grote mond hebben en kleine gemeenten over hoge prioriteiten spreken
maar in elk geval niet meer invloed hebben. Dit euvel zit er in. Daarom
blijft hij bij die zorg, die hij uitsprak. Hij moet zeggen dat hij wankelt
over die scheidslijnen. Men moet een beslissing nemen om die gezondheids
zorg inderdaad in dat grotere verband te brengen. Daar is men die gewest
raad voor begonnen.
Het lid BROUWERS zegt dat wat de heer Rennings zojuist betreffende het
beleid, zei, zijn fractie ook hier de grote problemen vindt zitten. In een
eerdere vergadering heeft hij wel eens aan de leden van de gewestraad vra
gen gesteld. Hij dacht dat het naar aanleiding van het laatste interim-rap
port was. Daaruit heeft hij een zinnetje geciteerd, hetgeen neer kwam op:
Schaalvergroting moet zo min mogelijk de bereikbaarheid voor de burgers
schaden. Toen heeft hij gezegd dat zij het alleen moet vergroten. Hij heeft
toen een groot vraagteken geplaatst bij het beleid dat gevoerd wordt om
bepaalde zaken te verwezenlijken. Nu komt hij even terug op de heer van
der Graaf, die zegt dat het een mooie slogan zou zijn: Voor een groter
veld met meerdere disciplines. Nu kan men een discipline ongedisciplineerd
uitvoeren en daar vreest hij voor. Niet zonder redenen heeft hij in deze
raad bij de behandeling van de begroting van de afgelopen jaren steeds een
aanmerking hierop moeten maken. Er zit voor hem niet een zodanig beleid in
dat hij zegt dat het een goede zaak is om zich nu in beginsel hiervoor uit
te spreken. Hij zou er bijzonder veel voor voelen om zonodig tot 1 mei het
maar even te vergeten en het opnieuw in een discussie terug te brengen, zo
dat men met de leden van de gewestraad hier verder op in kan gaan. Hij
voelt er niets voor om met hetgeen nu bekend is zich op dit moment uit te
spreken.
De VOORZITTER zegt de indruk te krijgen dat men van het onderwerp open
bare gezondheidszorg afraakt en dat men meer aan het filosoferen was over
het functioneren van het streekgewest als zodanig. Men zou zich kunnen af
vragen of men juist over een openbare gezondheidszorg, die zich wat gemak
kelijker laat aanpakken omdat het begrensder omgeven is, op dit moment moet
discussieren. Dit voorstel is nadrukkelijk uitgewerkt. Het is overigens
uitgewerkt zonder dat daarin de stem van de grote gemeenten nadrukkelijk
spreekt, gezien de samenstelling van de commissie. Hij dacht dat de kleine
gemeent daarin toch zijn inspraak heeft kunnen hebben. De vraag is of het
terecht is om op dit moment, naar aanleiding van de problemen die wij heb
ben met het functioneren van het streekgewest als zodanig, een meer ge
coördineerde aanpak op grotere schaal van de gezondheidszorg te laten af
springen