- 21 - grotere of een kleinere is - in dit geval suggereert men een grotere - dan gelooft hij dat het altijd gemakkelijker is om twee of meer gezondheids diensten uit streekgewesten bij elkaar te brengen dan die van 45 gemeen ten. De heen van der Graaf wil zijn vraag wat betreft de gewestraad nu eigenlijk niet stellen dacht hij. Zij het dat hij niet zo erg veel op heeft met het beleid wat er gevoerd wordt. Wel zegt hij: goed uitgevoer de gezondheid op dat niveau, voor wat mij betreft, graag. Als de heer K. van Hoof overigens zegt dat hij eigenlijk liever de ruimtelijke ordening naar het gewest zag gaan als eerste taak dan de gezondheidszorg dan vindt hij hem niet aan zijn kant, want hij dacht dat er niets zo nadrukkelijker vraagt zo dicht bij de burger te blijven dan ruimtelijke ordening. Als drie of vier gemeenten mee doen gelooft hij inderdaad, dat het geen verstandige aanpak is in het kader van wat hier wordt bedoeld. Het gaat hier duidelijk om een aanpak op grote schaal. Hij gelooft dat het zelfs niet doorgaat als er één gemeente niet meedoet. Hij zegt van de heer van Elzakker begrepen te hebben dat hij het met het voorstel eens is. Het lid RENNINGS merkt op dat hij alleen heeft willen betogen dat, wil het goed functioneren, er een goede relatie zal moeten zijn tussen de leerkrachten en de medicus, omdat op grond van de informatie van. de leer kracht de medicus effectief en ten behoeve van zijn cliënt goed kan werken. Wat de leerkrachten in de loop van het jaar waarnemen zal, als er een goede relatie is, de bereidheid aanwezig zijn om dit door te spelen naar de me dicus. Is deze relatie er niet, of is het iedere keer een ander en zal die relatie niet ontstaan, dan zal dat de kwaliteit van de veldwerker niet ten goede komen. In die zin heeft hij de diagnose gegeven. Specialisatie is nodig. Dit is hij met de heer van der Graaf eens. Het voorbeeld dat hij aanhaalde spreekt voor zich. Alleen is hij het niet met hem eens, omdat zij naar zijn mening niet vergelijkbaar zijn. De patiënten brengt men naar Dijkzicht toe terwijl in de eerste-lijnorganisatie de werkers naar de cliënt toegaan. In die zin vergelijkt hij de veldwerkers meer met de huis artsen. Het gewest kan een stap zijn naar een nieuwe vorm van bestuur. Uit dien hoofde, dus uit bestuurlijke overwegingen, vindt hij het wel een voor deel. Als je een gewestelijk bestuur hebt en je hebt binnen dat gewest ver schillende gemeenschappelijke regelingen, dan vindt hij het uit bestuur lijke overwegingen aan te bevelen om daar een in het gewest opererend orgaan van te maken. Ten aanzien van bestuurlijke organisatie heeft hij geen be zwaren. De opmerking van de heer van Elzakker komt bij hem over als de deskundigen hebben het uitgezocht dus dan zal het wel goed zijn. Het pro duct van de deskundigen is in dit opzicht toch een technische maatschappij. Hij gelooft toch dat je af en toe niet naar deskundigen moet luisteren. Het meest spreekt hem toch aan hetgeen de heer van der Graaf opmerkte, namelijk er is geen beleid. Daar gaat het hem ook om. Hij wil best ja zeggen, als hij enig beeld heeft wat voor beleid het gewest met betrekking tot de gezond heidszorg zal gaan ondernemen. Als hij dan zegt dat het een aftreksel is van gemeentenbeleiddan heeft hij niet zo zeer illusies als het gaat om kleine gemeenten, als die het beleid niet duidelijk uitspreken. In dat ver band zou hij willen voorstellen om het voorstel terug te nemen, opdat men zich in de komende maand met betrekking tot het beleid van de gezondheids zorg in West-Brabant uit kan spreken en hij houdt er dan best rekening mee dat hij zijn zin niet helemaal zal krijgen. Hij wil daar best een bijdrage in leveren. Hij gelooft ook dat het voor de leden van de gewestraad van be lang kan zijn als zij door een uitspraak van de raad met betrekking tot het

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1976 | | pagina 90