- 5 - De Grondwet heeft u als reed gesteld aan het hoofd van de gemeente. In nauwe samenwerking met de Rijks- en Provinciale overheid en met gebruik making van de onontbeerlijke adviezen van die overheid kunt u met inbreng van eigen inzichten onze democratie gestalte en inhoud geven. Ik vertrouw erop dat onze samenwerking daarbij zal plaats vinden in een sfeer, waarin de veelheid van onderwerpen en de verscheidenheid van meningen dan ook gericht zal zijn op één doel: het dienen van de gemeenschap. Daarbij is uw kennis van de plaatselijke toestanden en verhoudingen onmisbaar en be palend om te geraken tot een rechtvaardig en afgewogen beleid. Mijne heren, ik beschik thans nog niet over voldoende kennis en informatie van onze gemeente om u een werkprogramma aan te bieden. Voorlopig zal ik moeten luisteren en waarnemen. Toch wil ik niet nalaten enkele van de actuele problemen in het kort aan te snijden. Een aantal weken geleden verscheen als deel 2 van de derde nota over de ruimtelijke ordening de verstedelijkingsnota. Het is nog niet geheel duidelijk wat de op basis van deze nota te verwachten beleidsombuigingen voor consequenties zullen hebben voor het door onze gemeente te voeren ruimtelijk beleid. Wel moe ten wij reeds rekening houden met een - in ieder geval in eerste aanleg - tot tweederde van de aanvankelijke opzet teruggebrachte uitbreiding Al- bano. Deze 400 woningen minder dan verwacht betekent echter eveneens een verkleining van het draagvlak voor onze voorzieningen. Het is dan ook niet uitgesloten dat dit terugbrengen van de uitbreiding ook nog van in vloed kan zijn op het eveneens in voorbereiding zijnde komplan waarvan de hoop bestaat dat het dit jaar vastgesteld zal kunnen worden. Vanzelfspre kend is anno 1976 ook de werkgelegenheid een probleem waaraan niet voor bij gegaan kan worden. Hoewel er binnen onze gemeente een aantal terrei nen met de bestemming "industrieterrein" braak liggen zouden wij ons als gemeente overschatten als wij de oplossing van dit probleem op deze schaal zouden denken te vinden. Het lijkt zelfs zeer aanvaardbaar om de huidige bestemming enigszins aan te passen opdat in plaats van voor grotere be drijven het ter plaatse vestigen ook voor kleinere bedrijven aantrekke lijk wordt. Via de krantenverslagen bent u, heren raadsleden, reeds ge ïnformeerd over de zaken waarmee ik mij als raadslid bijzonder heb bezig gehouden. Het mag u daarbij niet verwonderd hebben dat ik als liberaal onder andere heb geijverd voor openbaarheid en openheid. Degenen die door deze opstelling misschien zijn geschrokken wil ik graag geruststel len. Mijn positie als voorzitter van uw raad is een andere dan die van volksvertegenwoordiger. Slechts wanneer de waarden van openbaarheid en openheid leven onder de volksvertegenwoordigers heeft het zin via deze weg de betrokkenheid van de burgers te stimuleren en te realiseren. Deze wijziging in opstelling zou wellicht doen vermoeden dat ik tot het niveau van de wat apathische kleurloosheid ben afgedaald. Niets is echter minder waar; in mijn benadering van de maatschappij en de aanpak van de proble men in die maatschappij zult u dan ook zeker liberalisme ervaren. Dat neemt echter niet weg dat u op mijn onpartijdigheid te allen tijde mag rekenen. Mijne heren, ik noemde slechts een paar zaken. Ik keek daarbij nog niet eens naar uw wensenpakket. Voor vele van die wensen is veel geld nodig. De gezonde financiële situatie van Oudenbosch laat gelukkig fi guurlijk niet en letterlijk veel te wensen over. Tot de mij persoonlijk opgedragen taken behoort de handhaving van de openbare orde en veiligheid. Met steun van het Korps der Rijkspolitie neem ik deze plicht graag op me. De Oudenbossche brandweer is naar ik heb vernomen een uitstekend korps.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1976 | | pagina 64