- 4 - dienstige overtuiging hebt u in de profielschets die u als raad hebt mo gen maken van wat uw nieuwe burgemeester zou moeten worden een aantal eigenschappen aangegeven waarvan ik hoop, dat ik er door mijn opleiding aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen alsmede door mijn bedrijfs- en bestuurservaring enkele in eniger mate bezit. U, mijnheer de loco- burgemeester, die gedurende meer dan 8 maanden het burgemeesterschap met grote kunde en persoonlijke inzet hebt waargenomen zijn de gemeente, de raad en ik zeer dankbaar. In deze dank moeten zeker ook uw collega-wet houder en de heer gemeentesecretaris worden betrokken. Bat u alsmede alle andere betrokkenen bij het wel en wee van Oudenbosch het burgemeester- loze tijdperk wel als al te lang en als strijdig met het Oudenbossche belang begonnen te ervaren kan ik mij heel goed voorstellen. Toch heb ik in uw opstelling gedurende het contact dat wij de dag na mijn benoe ming in het voor u zo verre Borne hadden en de ontmoetingen die mijn vrouw en ik ook daarna nog met u mochten hebben veel meer ervaren dan alleen die bevrijding. Wij hebben de grote welwillendheid van uw zijde ten opzichte van deze vreemdeling, die in uw gemeente het burgemeesters ambt zou gaan bekleden, opgevat als een onderstreping van onze vreugde over mijn benoeming en als een bevestiging dat de Brabantse hartelijkheid in het westen van de provincie minstens zo bekend is als in het mij tot heden wat vertrouwdere deel. Mijnheer de loco-burgemeester, u hebt de waarneming van het ambt afgesloten, maar uw werk is blijvend en waard om op voortgebouwd te worden. De steun die u mij hebt toegezegd en uw grote kennis van en bezonnen inzicht in de plaatselijke omstandigheden zal ik hard nodig hebben bij de uitoefening van de mooie, rijk geschakeerde en dikwijls ook moeilijke taak die ik ga uitoefenen. Mijnheer Meijers, te- samen met wethouder du Pont vormen wij het dagelijks bestuur van onze gemeente. De contacten die ik reeds met u mocht hebben geven mij het ver trouwen dat onze samenwerking, gebaseerd op grote openheid tegenover el kaar, gericht zal zijn op de toekomst van onze gemeente. Mijnheer de ge meentesecretaris, het lijkt mij een voorrecht om als jonge burgemeester te mogen samenwerken met een gemeentesecretaris met een ervaring zoals u hebt. Uw bereidheid om vanuit die ervaring informaties te verstrekken heb ik reeds mogen ondervinden. Ik ben ervan overtuigd dat ik in de ko mende jaren op diezelfde bereidheid mag blijven rekenen. Gaarne vertrouw ik ook op een hartelijke samenwerking met alle dames en heren ambtenaren. Mijn voorganger, burgemeester van Casteren, heeft een periode van belang rijke initiatieven beleefd. Aan de vele zaken welke in zijn ambtsperiode tot stand zijn gekomen zal ik dagelijks door het nieuwe stadhuis worden herinnerd. Met toewijding heeft hij het ambt bekleed en zijn sporen op vele plaatsen in de gemeente gedrukt. Gaarne betuig ik aan hem mijn res pect. Als opvolger is het een zware taak de vergelijking te doorstaan en het burgemeestersambt in Oudenbosch te bekleden op een wijze zoals u, heren raadsleden, gewend bent en moogt wensen. Waar het de relatie tot uw raad betreft omschreef u als raad uw wens mef'de wil en het vermogen de raad alle middelen te verschaffen ten behoeve van de besluitvorming". Als oud-fractievoorzitter van een oppositie-fractie in de gemeenteraad van Borne meen ik te begrijpen wat u met uw vraag bedoelt. Met nadruk wil ik overigens vooropstellen dat de oppositie—functie waarover ik zo even sprak was opgedrongen door een meerderheidscollege en naar mijn overtuiging niet zou moeten passen in een goed gemeentelijk bestuur.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1976 | | pagina 63