- 11 - crediet te maken heeft met de eventueel te verwachtem aansluitingen. Daar om heeft hij ook duidelijk gedoeld op de uitslag van de enquête. De heer van der Graaf stelt dat de uitslag van een enquête geen enkele invloed heeft op het crediet. Spreker is van mening dat dit toch wel een beetje anders ligt. Het aantal te vervrachten aansluitingen kan duidelijk onder de maat blijven. Hoewel er gezegd is dat er in andere gemeenten een aan sluitingspercentage van 80 h 9<J?i is, is hij van mening dat men daarop niet mag afgaan. Men zit in Oudenbosch met een eigen situatie. Men gaat nu een centrale antenne-inrichting maken voor Oudenbosch en mag voor een hoop dingen afgaan op andere gemeenten, maar niet op het te verwachten percen tage, omdat dit juist mede bepalend is voor de hoogte van het crediet. Hij kan zich voorstellen dat, wanneer straks blijkt dat 20 of pas na verloop van tijd aan gaat sluiten, het renteverlies aanzienlijk groter zal zijn dan bij een aansluitpercentage van 90 of 95$. Dit zal weer mede bepalend zijn voor de tarieven, die geheven zullen moeten gaan worden. Wat dat betreft is hij het met de heer van der Graaf volledig eens. Het straks vaststellen van de tarieven is inderdaad een wassen neus. De raad moet daar op dit moment attent op zijn, omdat, wanneer straks het crediet helemaal gevoteerd is, de tarieven de exploitatie zullen moeten dekken. Er zal gewoon een sluitende exploitatie uit moeten komen. Aan de vaststel ling van de tarieven ontkomt men niet. Dit zal inderdaad gewoon een wassen neus zijn, zoals de heer van der Graaf gezegd heeft. De heer van der Graaf heeft ook gezegd dat een artikel 61-commissie autonoom is en dat de raad zich daar eigenlijk niet zoveel mee moet bemoeien. De heer van der Graaf heeft gezegd dat de raad alleen toezicht achteraf heeft. Hij vraagt zich af waarom de raad dan een crediet moet voteren Hij dacht dat dit juist het toezicht vooraf was op het beleid van de commissie als zodanig. De VOORZITTER antwoordt dat de heer van der Graaf heeft bedoeld dat, toen er een beheerscommissie ex artikel 61 der gemeentewet werd ingesteld, de raad en burgemeester en wethouders bewust een aantal bevoegdheden aan die commissie hebben overgedragen. Er zijn zaken, die de raad en burge meester en wethouders niet over kunnen dragen, namelijk die zaken, welke genoemd zijn in artikel 63 der gemeentewet. Bovendien is nog in de veror dening bepaald dat de tarieven en entreegelden de goedkeuring van de raad behoeven. De raad heeft indertijd zonder meer een aantal bevoegdheden aan de commissie overgedragen. Het lid N. VAN HOOF merkt op dat toch niet het recht om credieten te voteren is overgedragen. De VOORZITTER antwoordt dat deze bevoegdheid niet overgedragen kan worden. De jaarlijkse begroting behoeft ook de goedkeuring van de raad. De heer van der Graaf heeft bedoeld dat, als de raad vindt dat de commis sie op een gegeven moment een verkeerd beleid voert of dingen doet, waar mee de raad het niet eens is, dan de raad de commissie daarvoor ter ver antwoording kan roepen. Dat is wat de heer van der Graaf, dacht hij, be doelde. Het lid VAN DER GRAAF zou hierover nog even een enkel woord willen zeggen. De tendens van wat hij zei was ook: als de raad besloten heeft tot instelling van een artikel 61-commissie, dus tot overdracht van be voegdheden, geef dan ook asjeblieft die commissie de ruimte om te werken. Een discussie in de vorm van: wij willen dus graag zoveel mogelijk inlich tingen van jullie hebben en daarmee bepalen of dit crediet goed is, vindt hij uitermate correct en heeft daar geen moeite mee. Op het moment echter

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1976 | | pagina 42