- 3 - Het lid RENNINGS. Ik zou vallen voorstellen om de brief van de P.S.P. betreffende aanstelling sociaal rechercheurs te beantwoorden in de geest zoals u de raad heeft geantwoord. De VOORZITTER. Dit is de bedoeling. Wij zullen dit zo formuleren en het antwoord zullen wij voor u ter inzage leggen. Het lid RENNINGS. Mijnheer de voorzitter. Ik kan mij volledig ver enigen met de motie van de gemeenteraad van Hulsberg. Ik heb daar twee overwegingen voor. Toen een jaar of twee geleden de kalkar-zaak actueel was en er aktiegroepen hier, maar ook in Duitsland, aandacht voor dit onderwerp vroegen, heb ik gebruik gemaakt van de mogelijkheid, die gebo den is door het ministerie van Economische Zaken, om inzage en de beschik king te krijgen in en over enige rapporten van de ambassade uit Washington, betreffende de bevindingen in de Verenigde Staten met betrekking tot de snelle kweekreactor. Op grond daarvan ben ik tot de overtuiging gekomen dat wij uiterst terughoudend moeten zijn, niet ten aanzien van kernener gie in het algemeen, maar met name ten aanzien van de kernenergie voor zover het betreft snelle kweekreactors. Dat is één overweging. Dus per soonlijk kan ik volledig met de motie instemmen. Maar nog een andere zaak is, dat particulieren wel het recht hebben door middel van een stor ting op een bijzondere rekening bij Economische Zaken uitdrukking te ge ven van hun bezorgdheid voor t« stellen die 3f> bijdrage aan te wenden voor andere vormen van energie-research. Ik vraag mij af waarom dat wel is toegestaan aan personen en niet aan rechtspersonen. Op grond van beide overwegingen zou ik voor willen stellen onze adhesie aan deze motie te betuigen Het lid VAN DER GRAAFIk ondersteuh dat van harte. Ook ik behoor tot degenen, die particulier de consequentie getrokken hebben en de 3i° heffing storten in dat bewuste fonds voor onderzoek, naar andere energie mogelijkheden. Maar ik vind anderzijds ook dat tenminste de raad in de gelegenheid gesteld zou moeten worden om zich niet alleen uit te spreken maar ook inderdaad te beslissen of de raad van mening is dat ook die hef fing in een ander fonds terecht moet komen. Die mogelijkheid is er nu niet. Vandaar ook de van harte ondersteuning van deze motie. Het lid N. VAN HOOF. Dit punt is in onze fractie tamelijk uitvoerig besproken. V/ij vonden dat dit een zaak is, die in de Tweede Kamer en ook in de Eerste Kamer uitvoerig behandeld is. Wij vinden dit in feite een zaak, die vooral op nationaal niveau heeft gespeeld. Dat particulieren de gelegenheid hebben een bijdrage te storten in een ander fonds dat is een stuk wetgeving dat er ligt. Dat aan rechtspersonen, die die kans niet gegeven wordt, is wetgeving, die er nog niet is. Dat is naar onze mening een taak van de Eerste en Tweede Kamer om daarover te oordelen. Ik weet niet of dit op het terrein ligt van de lagere overheden om daar een oordeel over te geven of zich daarover uit te spreken. Ik kan mij voorstellen dat de nationale overheid vindt dat er een fonds ontwikke ling snélle kweekreactor moet zijn. Ik vind het dan van de andere kant niet erg meewerkend van de lagere overheden wanneer die zeggen: dan wil len wij toch de gelegenheid hebben om onze bijdrage eventueel in een an der fonds te storten. Er kunnen zich situaties voordoen dat ook gemeenten perse willen dat storting in een ander fonds mogelijk is. Maar nogmaals dat ligt naar onze mening duidelijk op het terrein van de Tweede Kamer. Wij hebben hier wel eens meer gesproken over situaties, die naar onze mening op landelijk niveau niet zo goed gedaan werden. Toen is er naar

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1976 | | pagina 3