- JÓ - eerd. Hij is er niet zo enthousiast over. Roosendaal doet dit en dat is wel een goede zaak. Wij hebben toen een bedrag opgenomen van ^.520, Nu komen burgemeester en wethouders hier zelf op terug. Hij dacht dat het een goede zaak was met betrekking tot de nuttigheid voor onze gemeente en voor onze jeugd. Hij is ervoor dat onze gemeente, wanneer het gaat om de jeugd in welke vorm dan ook, voldoende subsidieert. Hij ziet niet in dat wij aangewezen zijn om aan andere gemeenten subsidies te verlenen voor soms enkele mensen die daar komen. Xn het verslag dat hij destijds gelezen heeft ging het om een paar mensen. Tegen het idee om te subsidiëren heeft hij geen bezwaar. Het is inderdaad zoals de heer Rennings zojuist heeft gezegd, dat het wel een goede instelling zal zijn. Daar twijfelt hij ook niet aan. Wij moeten dit ook weer in regio-verband zien. Als wij straks ook iets dergelijke opzetten dan zouden wij van Roosendaal ook subsidie moeten krijgen.Dit zou hij zo voor willen stellen. Voor wat hoort wat. De VOORZITTER zegt dat twijfel over het nut van de instelling niet heeft weten te spreken uit de formulering die het college gekozen heeft. Het college heeft vanuit het feit dat met name ook Roosendaal ligt op een knooppunt van wegen en belangrijke internationale treinverbindingen, van waaruit ook vaak de mensen naar de betreffende instelling toe komen, ge zegd dat het helemaal niet gek is dat Roosendaal veel meer betaalt dan de andere gemeenten. Omdat het college vindt dat onze gemeente zich van die andere gemeenten niet moest onderscheiden heeft het ongeveer naar rato^ dit voorstel gedaan.Men moet dit in die geest zien. Het werk verkeert in een bijzondere positie en heeft met grootte niets te maken, maar heeft te maken met het feit dat het ligt aan internationale weg- en treinverbin dingen. Dit is aanleiding geweest om Roosendaal een heel andere rol toe te denken, die het in deze toch wel heeft. Het lid RENNINGS zegt dat hij aanvankelijk ook het argument, dat de voorzitter zojuist noemt, had. Aan de hand van de begroting is hij echter tot de volgende conclusie gekomen. De cijfers kent hij niet uit zijn hoofd, maar het viel hem op dat de eigen bijdrage van de gasten aanzienlijk hoger was dan de kosten voor kleding en voeding. Daaruit heeft hij de conclusie getrokken dat met name deze sector - wat men een vorm van doorgangshuis bij vakantie zou kunnen noemen - in deze zin zichzelf bedruipt. Het gaat hem om die nuttigheid ten behoeve van de jeugd, die geen uitzicht meer heeft. Dit kan korte en lange tijd duren. Het is inderdaad dienstverlening aan de jeugd uit onze regio. Hij geeft graag toe dat de nuttigheid voor de jeugd uit onze gemeente niet te meten is. Wij kunnen hier geen maatlat naast leggen. Als je zegt dat je moet afwegen dat je zo'n dienst in de buurt hebt en als hij vaststelt - dit is zojuist door de heer van Elzak- ker ook gezegd - dat er een paar jongelui uit Oudenbosch gebruik van ma ken, dan is hem A.520,daarvoor niet te veel. Voor 2.500,minder zou hij niet het risico willen lopen dat deze dienst zou moeten verdwij nen. Het lid BROUWERS zegt dat destijds bij het verlenen van subsidie aan deze stichting, ook is aangevoerd dat vanuit deze stichting ook in de scholen veel gedaan wordt. Hij neemt nu gewoon de kosten, die dit met zich brengt om een dergelijke service als adviesinstantie te laten op treden in een school. Dan ben je een aardig bedrag kwijt, zonder bij zondere kosten voor de instituten. De VOORZITTER zegt dat er binnen het college van burgemeester en wethouders geen enkel probleem is om aan de wens van de raad tegemoet te komen. Mag hij concluderen dat iedereen met uitzondering van de heer van Elzakker het eens is om het bedrag op te trekken tot A.520, Het lid VAN DER GRAAF vraagt of het bekend is dat er vanuit Ouden-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1976 | | pagina 284