- 35 - Het lid VAN ELZAKKER zegt nog iets aan deze kwestie te willen toevoe gen. Wanneer de meerderheid zich uitspreekt voor het voorstel dan wil hij nog stringentere voorschriften of voorwaarden. Het lid BROUWERS zegt dat het in al die zaken wel meespeelt als men het voorstel van burgemeester en wethouders niet volgt. Als men in die zin bakzeil haalt en in zee gaat zonder statutair enige invloed te kunnen uit oefenen, dan is er nog één mogelijkheid om te sturen en dat is financieel. Nu weet hij dat dit nog niet zo'n erg groot bedrag is, waar het om draait. Hij meent dat dit bedrag in de begroting iets van tegen de 40.000, beloopt. Stel je voor dat je het als gemeenteraad met de gang van zaken niet eens zou kunnen zijn, dat er zodanig wijzigingen in het plan optre den waarvan je zegt dat kun je niet meer verteren. V/at gebeurt er dan als je de goedkeuring onthoudt aan de subsidie? Hij dacht dat er dan dezelfde situatie ontstaat als wanneer wij nu zeggen dat wij invloed op de statuten willen hebben. Anders zat je je eigen gemeente buitenspel. Dan zegt hij dat voor hem het argument, op grond waarvan je nog invloed kunt hebben, zoek is. Het lid GOUVERNEUR-LAKERS vraagt of, als deze fusie niet door zou gaan, er dan nog alternatieve mogelijkheden zijn. Zijn er nog andere ge meenten in de omgeving waarmee men wel een fusie aan kan gaan? Het lid VAN DER GRAAF zegt in te willen gaan op een puntje, gesteld door de heer Brouwers, namelijk de mogelijkheid die de raad zeker heeft, maar die kennelijk de heer Brouwers niet graag toe zou willen passen, om door middel van de subsidiekraan ongewenste ontwikkelingen' tegen te gaan. Hij neemt aan van de heer Brouwers te begrijpen dat dat juist hetgeen is wat men moet voorkomen. Op dat moment gaat men zich inderdaad mengen in de autonome bevoegdheid van de stichting. Dat is de reden waarom je van te voren een kader moet hebben waarvan je zegt: dat zijn de voorwaarden. Je hebt dan een stuk rechtsbedeling waarmee je uit de voeten kunt. Hij neemt aan dat de heer Brouwers dit ook in deze geest bedoeld heeft. Even terug komende op de fusie. Wanneer de gemeente Oudenbosch en de gemeente Rijs- bergen niet mee gaan - dat wil zeggen dat beide het besluit nemen om onder bepaalde voorwaarden alleen maar toestemming te geven tot die fusie - dan komen niet alleen Oudenbosch en Rijsbergen op de tocht te staan, maar dan staat er nog iets op de tocht en dat zijn de gemeenten Etten-Leur en Hoeven. Hij neemt namelijk aan dat de schaalvergroting op dat moment niet zodanig is dat deze past in de verlangens van staatssecretaris Meijer. Men krijgt dan een pat-stelling, die zodanig is, dat echt niet alleen Ouden bosch en Rijsbergen op de tocht komen te staan. Hij veronderstelt dat als dat gebeurt de noodzaak voor die beide gemeenten dan $van groot is om zich te gaan herbezinnen als de noodzaak voor onze gemeente of Rijsbergen zou kunnen zijn om te denken dat de voorwaarden inderdaad wel gesteld hadden mogen worden. Hij neemt dan ook aan dat staatssecretaris Meijer met lief de een keer met een vertegenwoordiging van die vier gemeentebesturen aan tafel wil gaan zitten om als bemiddelaar te proberen een goede oplos sing te vinden. Hij zou toch echt wel willen pleiten, ook op grond van die overwegingen, voor het door hem eerder ingenomen standpunt. Het lid RENNINGS zegt geen misverstand te laten bestaan over dit deel van het preadvies. Het preadvies kan bij betrokkenen zijn overgekomen als van: zij willen zich met onze zaak bemoeien. Het kan verkeerd worden ge- interpret eerd. Als wij nu vijf voor twaalf een 'brief binnenkrijgen, waar van wij zeggen: zitten er geen bedoelingen achter deze zaak, dan vindt hij het alleen maar juist dat je geen beslissingen moet nemen, die de tegen stellingen mogelijk verscherpen. Vandaar zijn voorstel om het preadvies aan te houden. Niet om te onderhandelen, maar om in het overleg vanuit de

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1976 | | pagina 281