- 34 - een ander verband zo wel zal blijven* De heer Rennings probeert zich de positie van de bestuurders in te denken door te zeggen: met welk recht claimt de overheid die medezeggenschap» Hij dacht dat dit was vanwege het feit dat het hier gaat om een stichting, die werk uitvoert, wat, als de stichting dit niet zou doen, door de overheid zelf gedaan zou moeten wor den» De zorg voor de kwaliteit van die dienstverlening is zeer nadrukke lijk de zorg van de plaatselijke overheid. De heer Rennings heeft aardig de sfeer, die er nu bestaat, getypeerd. Die informele sfeer, die in een plaatselijke situatie een flink stuk communicatie kan garanderen en een flink stuk vertrouwen bij voorbaat ook waar kan maken bestaan ten ene male niet - laten wij ons dat wel realiseren - het gekozen en uiterste - zo dacht hij - discutabele werkgebied. Een werkgebied waar in ieder geval mensen bij elkaar te vinden waren die tot voldoende opvang konden komen. Hij dacht wat dat betreft de argumenten voor het stellen van voor waarden volkomen in stand zijn gebleven. Voor wat dat betreft heeft hij weinig toe te voegen aan de opmerkingen van de heer van der Graaf die datzelfde via zijn kader heel nadrukkelijk aangeeft. Hij zegt: als men afspreekt om binnen een patroon te functioneren dan moet men de grenzen van dat patroon inderdaad ook bepaalbaar houden. Vandaar ook dat het college zich beperkt heeft - in eerste instantie had het college dit niet; in tweede instantie heeft het college, op verzoek van het bestuur van het Maatschappelijk Centrum, dat wel gedaan - tot die zaken waarvan het nu zegt: als deze gewijzigd worden in de statuten dein vinden wij dat daarvan de goedkeuring van de betreffende gemeenten nodig is. Bij de gemeente Rijsbergen ligt vanavond een voorstel ter tafel om iedere statutenwijzi- ging aan de goedkeuring van de gemeenten te onderwerpen. Of het zo is dat de deur open blijft staan wanneer wij vanavond besluiten om die voorwaar den aan de subsidiëring te verbinden, weet hij niet. Op zich genomen mis schien wel. Dit zal voor een niet onaanzienlijk gedeelte afhangen van de bedoelingen, die er achter de brief schuilen. Als dat een ultimatum is en het on andere zaken gaat dein zou het wellicht toch kunnen betekenen dat het Maatschappelijk Centrum verstoten wordt door de groep fuserende instel lingen. Dan treedt er een situatie op die vergelijkbaar is met die, welke de heer van Elzakker schetste als ongewenst voor de Wit-Gele Kruisvereni gingen. Het is bekend dat de soortgelijke organisatie in Rucphen vindt dat zij zelf zorg genoeg aan haar hoofd heeft en geen behoefte heeft aan een fusie met het Maatschappelijk Centrum Oudenbosch. De gemeente Oud Gastel heeft de belangen van maatschappelijke zorg en gezinszorg gesplitst. Een gedeelte zit in Zevenbergen en daarmee ook buiten het streekgewest en een ander gedeelte is ondergebracht bij de gemeente Roosendaal. Dit verwerpt de heer van Elzakker omdat hij de overheersing van de grote steden voelt bij de fusieplannen van het Wit-Gele Kruis. V/at dat betreft zijn er weinig alternatieve mogelijkheden over dan dat het Maatschappelijk Centrum op eigen gelegenheid verder gaat. Mevrouw Gouverneur-Lamers motiveert de voorkeur voor het aanhouden met het feit dat de fractie al moeite had met het voorstel. De heer Brouwers zegt aanvankelijk de inhoud van de brief een zware betekenis te hebben willen geven, maar nu toch wel te voelen voor het volgen van het preadvies. De heer Kok stelt zich hier achter en de heer Rubbens is voor aanhouden. Hij dacht dat wij op dit moment een uiterst verdeelde situatie hebben, waarbij de heer van Elzakker zich dan nog afvraagt of de noodzaak wel aanwezig is. Wellicht is dit door zijn be antwoording verduidelijkt. De mogelijkheid van het federatieve verband is wellicht aan de orde geweest, maar het is niet de keuze waar het maatschap pelijk centrum nu op dit moment voor staat. Een federatief verband is met niemand meer aan te gaan omdat er niemand meer over is.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1976 | | pagina 280