- 31 - mensen in andere organisaties, waar men vaak veel mee te maken heeft te genkomt en omdat mogelijk mensen uit de gemeente in die besturen zijn vertegenwoordigd. Naar mate die organisatie groter, minder overzichtelijk, wordt is het nodig meer zorg te besteden aan het instrument om invloed te hebben en om die invloed te regelen, omdat die niet als van zelf tot stand komt en omdat die niet in de informele sfeer naar voren komt of be nadrukt v;ordt. V/as in het verleden die informele sfeer nog wel toe te passen-; in de huidige samenleving wordt dit steeds moeilijker. Steeds moeilijker in die zin, dat er steeds meer behoefte komt om die contac ten vanuit die informele sfeer naar de openbaarheid te brengen. In die zin, dacht hij, worden onze bedoelingen volstrekt verkeerd uitgelegd. Bedoelde brief is vandaag binnengekomen. Voor ons is geen ruimte voor overleg om duidelijk te maken dat je dit of dat wilt zien, dat je invloed wilt hebben. Niet dat zij volledig aan onze leidbanden moeten lopen, maar gewoon een stuk invloed, een recht, een plicht, die wij hebben omdat wij als gemeenteraad verantwoordelijk zijn voor de lichamelijke en gees telijke volksgezondheid. Hij zou voor als nog willen opteren om vanavond de beslissing niet te nemen en daardoor enige ruimte te geven voor overleg. Mogelijk dat wij, vanuit een andere zienswijze, die je kunt hebben om invloed te krijgen, de besturen nog aan onze kant kunnen krijgen. Het lid VAN DER GRAAF zegt dat een dergelijke brief bij hem halsstar rig werkt. Niettemin is het geen halsstarrige houding, wanneer hij wil stel len dat de benadering, die het college van burgemeester en wethouders met instemming van M.C.O., naar hij begrepen heeft, heeft gekozen, de juiste is. Wanneer een subsidiegever vooraf een kader wil stellen, 'waardoor die subsidie wordt verleend dan is dit naar zijn overtuiging een goed recht van de subsidiegever. Men stelt domweg vast: mensen wij willen het parti culier initiatief in het statuut uiteraard ruimte geven. Die ruimte geven wij binnen de goedkeuring van een aantal stukken, waaronder de statuten. Men kan nog verder gaan. Hij kijkt in dit geval naar wat het Rijk doet in de nieuwe rijksbijdrage-regeling. Het Rijk stelt op een gegeven moment vast dat er een bepaald plan moet zijn. Als dat plan is goedgekeurd dan is het Rijk bereid te subsidiëren. Als lagere overheid gaan wij zeker in dit geval op geen stukken na zo ver. Wij willen alleen dat kader vaststel len. Hij vindt het een volkomen juiste zaak dat, ten aanzien van dat ka der, dan dezelfde subsidiegever zegt: het kader moet wel de instemming hebben. Hij dacht dat dat een volkomen duidelijk zaak was. Wanneer je na melijk deze eisen niet aan de statuten stelt dan is die eerste kadering, die je aanbrengt, een slag in de lucht. Want een week, nadat de zaak is goedgekeurd, kan dan die nieuwe stichting zeggen van: oké, nu kunnen wij ongehinderd die statuten gaan wijzigen. Hij neemt niet aan dat dit gebeurt. Hij verwacht zelfs niet dat dit zal gebeuren. Hieruit mag in ieder geval duidelijk zijn dat het een recht van de subsidiegever is om niet alleen dat kader vast te stellen, maar ook de wijziging daarvan aan de goedkeu ring te willen voorleggen. De voorzitter heeft een aantal alternatieven genoemd. De heer Rennings heeft in feite al voor één van die alternatie ven gekozen, n.l. het alternatief van aanhouden. Hij ziet niet zitten dat deze beslissing aangehouden dient te worden. Hij ziet namelijk geen problemen in het nu nemen van een beslissing, wanneer het deze raad ernst is in het volgen van het advies van burgemeester en wethouders om deze eisen aan de nieuwe stichting te stellen. Wanneer het de raad in deze ernst is, dan gebeurt er niets wanneer hij op dit moment deze beslissing neemt, want op het moment dat de andere stichtingen blijven weigeren om de statuten te wijzigen dan blijft, althans het eerste halfjaar, het M.C.O. alleen staan. Dan hebben wij toch dat half jaar aan overleg inge-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1976 | | pagina 277