- 25 -
nog een nota van het ministerie, welke straks in die werkgroepen bespro
ken zal worden., Voorts staat in artikel 36 van de W.W.V. - dan wil hij
hier een enkel facet uithalen - hetgeen betrekking heeft op: Het sociaal-
cultureel werk dient de arbeidsgeschiktheid te bevorderen» Dat wil zeggen
dat de activiteiten gericht dienen te zijn op de instandhouding van het
herstel van de bereidheid en geschiktheid tot het verrichten van arbeid.
Men heeft te maken met een aantal zaken, die door het ministerie in een
program zijn voorgeschreven en die voor 100$ subsidiabel zijn» Daarnaast
is de voorbereidingscommissie ook van de gedachte uitgegaan dat uit de ge
sprekken met de mensen zelf activiteiten naar voren zouden komen die dan
door de gemeente zouden moeten worden betaald, omdat zij niet onder de
regeling vallen» Hij wil hierop niet te ver vooruit lopen, omdat dit alles
in eerste instantie nog in de voorbereidingscommissie besproken moet wor
den. V/ij zijn verplicht met het ministerie, zoals deze de regeling han
teert, contact op te nemen. Dit geldt ook voor de R.W.W» en W.W. Hiervoor
moeten aparte aanvragen worden ingediend. Hij dacht dat er op dit moment
eigenlijk geen positieve informatie te geven is» Hij hoopt dat binnenkort
de commissie bij elkaar kan komen en dat dan beide rapporten besproken
kunnen worden. De raad krijgt dan de nodige informatie hierover.
De VOORZITTER zegt zich te kunnen voorstellen dat men het op prijs
zou stellen als nog met een instantie door zou worden gegaan. Onder de raads
leden zijn er zeker, die zich wel weer aangesproken voelen. Hij moet zeg
gen dat hij dan de mogelijkheid niet uitsluit dat een vierde instantie
dan ook wel zinvol zou zijn. Hij wilde toch graag, met het reglement van
orde in de hand, de discussie hierbij besluiten. Wij hebben onze twee
instanties gehad. Het laatste woord hebt u nu niet gehad; u hebt het direct
we1 bij het punt zoals dit op de agenda staat vermeld.
Het lid RENNINGS zegt dat de voorzitter met het reglement van orde
in de hand gelijk heeft. Hij heeft daarmee echter toch wel enige moeite,
in de zin van gelijke rechtsbedeling» In tweede termijn zijn aan zijn
adres toch wel zware beschuldigingen geuit. Hij dacht dat hij in het ver
loop van de vergadering nog wel een weerwoord zou kunnen geven.
De VOORZITTER zegt dat naar aanleiding van de beschuldigingen al iets
van achter deze tafel gezegd is. Hij dacht dat .het weinig zin had om daar
op nu in te gaan, omdat dit een onderwerp is wat dan misschien toch als
buitengewoon pijnlijk ervaren en erg emotioneel benaderd zou worden. Wel
licht wordt het dan in een licht geplaatst wat door degene, die de opmer
king gemaakt heeft, niet helemaal bedoeld is. Het is misschien meer terug
te leiden op de betrokkenheid van het onderwerp. Hij zou door willen gaan
met de orde van de vergadering. Hij zou er de voorkeur aan geven om a-
gendapunt k, zoals het staat geagendeerd aan de orde te stellen.
Het lid VAN DER GRAAF zegt gaarne terug te willen komen op de ingediende
voorstellen tot wijziging van de begroting. Door hem is met name een voor
stel ingediend over het buurtwerk en de B.B. Hij dacht toch dat de amen
dementen op de begroting eerst aan de orde moesten komen.
De VOORZITTER zegt dat dit met betrekking tot het buurtwerk erg
moeilijk is, omdat de stichting op dit moment buitengewoon slecht is voorbe
reid. Men kan hierop beter later terugkomen. Met betrekking tot de B.B.
kan de vraag hier zonder meer als een amendering aan de orde komen. Hij
wil het voorstel van de heer van der Graaf om de post voor de B.B» van de
begroting af te voeren best in stemming brengen. Mag hij van de raad
horen wie voor het voorstel van de heer van der Graaf, zoals deze dat in
eerste en tweede instantie heeft bepleit, stemt?
Voor het voorstel is het lid van der Graaf. De overige leden zijn tegen
het voorstel van de heer van der Graaf»