seren de afspraak te maken dat er tenminste een voorkeursrecht zal zijn.
Met betrekking tot wat er dan nog overblijft mag hij de heer van der Graaf
wijzen on het antwoord dat hij gegeven heeft aan de heer de Veth. Het col
lege heeft het voornemen om op korte termijn te komen met nieuwe algemene
verkoopvoorwaarden voor grond. Deze zullen duidelijk een stuk relatie met
Oudenbosch proberen te veronderstellen. De heer van der Graaf pleit voor
wijziging van het politie-optreden, door te vragen deze kwestie in studie
te nemen en eventueel terug te keren naar het fenomeen wijkagent. Het ge
bruik van de auto is heel nadrukkelijk te koppelen aan de onderbezetting.
Het werkterrein moet bestreken worden met ongeveer 50% van de eigenlijk
nodig geachte bezetting. Dan. moet men zich sneller verplaatsen dan het
fenomeen wijkagent dat kon.Het zou overigens best kunnen zijn dat van de
wijkagent in de preventieve sfeer duidelijk meer uitgaat. Hij zegt de
heer van der Graaf graag toe, dat hij hieromtrent contact met de groeps
commandant wil opnemen. De heer van der Graaf onderschrijft niet de ge
dachte van het college met betrekking tot zijn voorstel om de bestuursvorm
van de openbare school te zoeken in de zin van een art. 61-commissie, juist
omdat in onze gemeente mensen nodig zijn die zich voor het bestuur willen
inzetten. Hij zou de heer van der Graaf eigenlijk met een wedervraag wil
len antwoorden, maar wil de derde instantie niet invoeren. Dacht u meneer
van der Graaf nu werkelijk dat het college van burgemeester en wethouders
zich daarvoor niet zou willen inzetten? Hij heeft overigens heel nadrukke
lijk gezegd "vooralsnog1'. Een discussie in de raad over een dergelijk
onderwerp is natuurlijk altijd te realiseren. Hij wil wel vooropstellen
dat het niet zo is dat burgemeester en wethouders zich niet zouden willen in
zetten. Als volgens de heer van der Graaf de verkeerde stukken te laat
ter inzage zijn gelegd - als hij het zo mag aanduiden - dan heeft het
excuus,dat hij daarvoor in eerste aanleg aanvoerde, daarop geen betrekking.
Als zaken, in de voorbereidende fase, van het college veel werk vragen
en zelfs de maximale tijd, die er voor staat vergen, dan is met het systeem
van functioneren ven onze raad toch eigenlijk moeilijk te voorkomen dat
men op het laatste moment met die informatie wordt geconfronteerd. Als men
zegt dat men het eerder wil weten dan gelooft hij dat men precies midden
in de problematiek van het functioneren van de raad zit. Hij denkt dat
bijvoorbeeld bij het functioneren van commissies ex artikel 62 van de
gemeentewet ook dat soort zaken veel eerder in een vroeger stadium ter
informatie zal doorkomen. De vragen van de heer Rennings heeft hij, dacht
hij, eigenlijk al beantwoord. Alleen moet hij er nog aan toevoegen dat
niet alleen het functioneren van de raad maar ook de communicatie naar de
burgers toe een zaak is welke op korte termijn behandeld zou moeten worden.
Wij hebben met betrekking tot het gemeentehuis bedoeld de zaak te gaan voor
bereiden omdat er nog meer informatie nodig is. Dus wat dat betreft zit
ten wij v/el op één lijn. De heer N. van Hoof zegt het niet eens te zijn
met de opmerking van het college met betrekking tot de politie en justi
tie. Hij denkt dat hij zich dan kennelijk niet goed heeft uitgedrukt. Het
is zeer nadrukkelijk niet de bedoeling om de politie en justitie in
plaats van andere maatregelen te bepleiten. V/ij zeggen als men preventie
ve maatregelen treft dan zal men toch ook als sluitstuk van die maatrege
len de handhaving daarvan op het oog moeten hebben. V/at dat betreft vinden
wij een goede relatie met politie en justitie toch wel erg belangrijk.
De heer Brouwers zegt naar aanleiding van het fonds grote werken dat hij
een relatie heeft willen leggen tussen de mensen die dit bijeen gebracht
hebben en v/at er mee te doen is en vraagt hoe groot deze post nu eigen
lijk moet zijn om er iets mee te doen. De post fonds grote werken hoeft
geen bepaalde omvang te hebben, want daarvoor is het criterium dat het kan