- 17 - ieder geval wel langs een andere kant terug en dan staat het in ieder ge val op de door de heer Rennings gewenste begrotingspost en niet op de verkeerde» Dan nog een enkel woord over de overhead-kosten van de ge meenschappelijke regeling. Hij is het met de heer Meijers, voor wat be treft het feit dat die cijfers uit de verslagen zijn te halen, eens. Dat heeft hij ook gedaan. Hij heeft dan ook ontdekt dat, wanneer men het to taal bedrag van de kosten neemt en dit deelt door het aantal werknemers er d^n ongeveer PO.000,overheadkosten per werknemer zijn. Alleen zit je als raadslid wat onthand wanneer je al die financiële verslagen of rap porten moet doornemen. Daarom had hij het leuk gevonden als het college van burgemeester en wethouders nu eens op een rijtje had gezet waar nu al die overhead-kosten vandaan komen. Dan hadden wij hierover ook gemakke lijker kunnen discussiëren. Hij vreest dat dit op dit moment nog niet mo gelijk is. Hij wacht met belangstelling af of wethouder Meijers kans ziet om een keer die cijfers op tafel te leggen» Het lid RENNINGS zegt dat bij de algemene beschouwingen nogal een groot stuk samenhang was, zodat er wat gras voor zijn voeten is wegge maaid. Ten aanzien van de communicatie naar de burger en het onderzoeken van de totale functie van de raad zou hij, evenals de heer van der Graaf, willen aandringen om dit op een wat kortere termijn te doen. Als hij ziet dat bij hem erg sterk over kwam het invloed hebben, waar ook de heer Brouwers over sprak, dat dit invloed hebben alleen maar kan als men goede informatie heeft en men de stukken goed kan voorbereiden. Willen wij in derdaad die invloed hebben in het gewest en elders dan zullen wij onze besluitvoorbereiding zo nodig moeten aanpassen of verbeteren. Dit was een van zijn overwegingen om voor die commissies te pleiten» Bij de zogenoem de heksenjacht zou hij niet zolang willen blijven stilstaan, want dat heeft de heer van der Graaf al gedaan. Ook daar heeft men weer invloed. Wil men invloed hebben - wij willen geen heksenjacht - dan moet men deze daar aanwenden waar nodig, om de openheid en controleerbaarheid - twee kreten, die in het afgelopen jaar in deze raad een paar keer zijn geval len - aan de eigentijdse normen aan te passen en daarmede verder te gaan om inhoud te geven aan de wens van deze raad om krachtig te streven naar openheid en communicatie. Hij is erg blij met de verdere beantwoording van de vragen, behoudens het antwoord ten aanzien van het gemeentehuis. Niet zo zeer dat zijn fractie zich daaromtrent al een standpunt heeft bepaald, maar veeleer dat nog een stuk aanvullende informatie nodig is alvorens men tot een beslissing kan komen. Ten aanzien van het sociaal werkvoorzieningsschap merkt hij op dat dit niet alleen juist op de begro tingspost geschiedt, maar hij zeer goed kan aanvoelen dat in bepaalde si tuaties organisaties om niet dergelijke werknemers krijgen. Hij wil be slist geen onderscheid maken tussen validen en minder-validen. Hij dacht dat hij in zijn verhaal dit onderscheid ook niet gemaakt had» Wanneer organisaties van dergelijke werknemers gebruik maken en wanneer zelfs dat kleine stukje eigen bijdrage van die organisaties wordt weggelaten, dan mag men nauwelijks verwachten dat die organisaties via hun overkoepelende organisatie zullen streven naar verandering. Willen wij echt verandering brengen in het feit dat mensen die diensten verlenen en nu nog uit de sociale sfeer betaald worden, uit een andere begrotingspost betaald wor den, en daardoor een stukje erkenning krijgen voor het werk wat zij doen, dan gelooft hij dat wij ook al is het maar een klein middel, dit gebrui ken moeten om die druk aan de andere kant te verhogen. Dit was een van de overwegingen om te pleiten vrat terughoudender te zijn met het meegaan in het door ons achterwege laten van een eigen bijdrage. Tenslotte nog twee opmerkingen» Met betrekking tot de B.B. is hij het in principe met de

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1976 | | pagina 263