- 13 -
reidingscommissie uit te nodigen. We zullen ons best doen om het werk
zo snel mogelijk daadwerkelijk van start te kunnen laten gaan. Dit wat
betreft het Sociaal-Cultureel Werk. Een ander punt wat bij de algemene
beschouwingen door de heer Kessel gesteld is, heeft betrekking op de
sociaal-onderzoek-ambtenaar, niet te verwarren met een rapportage-ambte
naar. Voor wat de eerste functionaris betreft, daar kan ik u'van zeggen
dat wij hopen op korte termijn deze zaak af te ronden. Wat betreft het
rapportage werk; dit zou wellicht mogelijk vanuit de afdeling zelf reali
seerbaar .zijn of er zou een bijstands-maatschappelijk werker of werkster
in dienst genomen kunnen worden. Ik kom dan toch weer terug bij de heer
Rennings. De opmerking die de heer Rennings plaatst bij het beleid ten
aanzien van de Wet Sociale Werkvoorziening. Daar kan ik alleen maar van
zeggen dat ik bijzonder blij ben dat hij deze opmerking maakt. Ik ben
het volledig met u eens, mijnheer Rennings, als een medewerker in W.S.W.-
verband, en met name bij overheidsinstanties, goed functioneert binnen
dat apparaat en hij heeft blijk gegeven van voldoende geschiktheid, dan
moet men tot aanstelling overgaan. Met u hoop ik dat dit wellicht na
volging zal krijgen. Een andere zaak, waarmee ik wel wat moeilijker het
standpunt van de heer Rennings kan onderschrijven, betreft de bijdrage
van die organisaties, die van de diensten van de betrokken medewerkers
in W.S.W.-verband gebruik maken. Het plaatsingsbeleid wordt voor het
Werkvoorzieningsschap steeds moeilijker. De plaatsing is alleen moge-'
lijk voor de geestelijk en lichamelijk gehandicapten. Het is zeer zeker
niet voor die mensen, die om economische redenen niet meer te plaatsen
zijn in het bedrijfsleven. Graag toegegeven dat in het verleden dit
inderdaad wel ruimer is geweest. Op dit moment is dit mede door de richt
lijnen van het ministerie niet meer toegestaan. Hieruit blijkt dan ook
duidelijk, dacht ik, dat het toerekenen van de economische voordelen of
waarde juist van die mensen twijfelachtig is. Steeds meer zal de sociale
benadering van de man of de vrouw primair moeten zijn. Ik meen dat ook
hier duidelijk te moeten stellen dat we aan die instellingen, die deze
mensen opvangen en aan hun leiding gevend personeel, die deze mensen moet
begeleiden, veel dank verschuldigd zijn. Er zullen er wellicht enkele
bij zijn waarover men zijn twijfels kan hebben. Welnu, dan zijn wij van
mening dat de economische waarde of voordelen, zo u wiltbekeken zullen
moeten worden door het schap, waarbij 2b gemeenten zijn aangesloten.
Een ander punt is ook nog, dat instellingen die nu gebruik maken van
W.S.W.-krachten en grotendeels de zaak draaiende proberen te houden, mid
dels subsidies, de extra uitgaven die zij dan krijgen, bij een volgende
begroting mee zullen nemen. Het is natuurlijk makkelijk en snel gezegd.
Of het zo makkelijk realiseerbaar is, is een andere vraag. Tot zover
wat de heer Rennings betreft. Tot slot kom ik dan bij de opmerkingen
van de heer van der Graaf. U zegt nu te weten wat de z.g. overhead-kos-
ten zijn. Alleen de hoogte en hoe ze zijn samengesteld is voor u niet
duidelijk. Het is voor mij wel duidelijk, mijnheer van der Graaf, dat
het niet zo simpel is u dat eens even te vertellen. Om dit exact te kun
nen zeggen, zal het toch wel nodig zijn, dat we ons hierover nader in
formeren. Wellicht zou u misschien zelf al een stuk verder komen, wanneer
u de tijd en de moeite zou willen nemen de begroting van het werkvoor
zieningsschap eens door te nemen. Mijnheer van der Graaf, ik hoop dat u
er begrip voor wilt hebben, dat wij ons dus hieromtrent nog eens nader
moeten bezinnen en u hierover dan zo snel mogelijk een antwoord zullen
geven. Dit was het wat ik in eerste instantie wilde zeggen."
De VOORZITTER schorst de vergadering voor de koffiepauze.