- 7 - aan Sobrietas ten behoeve van een voorlichtingsprogramma op onze plaatse lijke basisscholen» Voor de vraag van de heer Kok over de volkshuisvesting mag ik verwijzen naar het eerder gegeven antwoord» De voorstellen van de heer Kok met het investeringsprogramma voor 1977 zijn ons niet geheel dui delijk» Hij wil een aantal verkeersvoorzieningen op de plaats van onder andere een aantal sportvoorzieningen zetten, maar de sportvoorzieningen wel hun urgentie laten behouden. Een dubbeltje is echter maar een keer uit te geven, dus of het een of het ander. Voor mijn antwoord op de opmer kingen van de heer van der Graaf over democratische bestuursvormen mag ik verwijzen naar wat ik daarover reeds heb gezegd. Als de heer van der Graaf daaraan onmiddellijk de vorm koppelt waarin de eerste openbare school in onze gemeente moet worden voorbereid, deelt het college zijn op vattingen vooralsnog niet. Juist omdat het de eerste keer is zal die voor bereiding naar de opvatting van het college bij het college zelf moeten blijven liggen. Zoals gezegd zullen uw opmerkingen over het functioneren van de gemeenteraad bij het totaal probleem worden bekeken. Als u de ter mijnen, waarin stukken vóór een raadsvergadering ter inzage liggen, ter discussie stelt, vragen wij toch uw begrip en ook uw bereidheid om dit te accepteren, omdat het meestal verband houdt met de wens van het col lege om bij zaken waarvoor de bevoegdheid niet is gedelegeerd aan het college de wachttijden voor de betrokkenen zo kort mogelijk te maken. De opvattingen van de heer van der Graaf over de Bescherming Bevolking delen wij niet. Het mag naar ons oordeel als bekend worden verondersteld dat de ombouw wordt voorbereid naar een Algemene Hulpverleningsorganisatie. Overi gens is het naar onze mening een probleem dat op landelijk politiek niveau ligt. Voor ons is het een verplichte uitgave waaraan wij ons niet kunnen onttrekken. Ik kom tot slot aan de opmerkingen van de heer van Hoof. Ik heb wel de indruk dat de heer van Hoof naar de bekend weg vraagt als hij informeert hoe de meerderheid in het college er uit ziet met betrekking tot het probleem van het ophalen van het huisvuil. Het college stelt het op prijs de verantwoordelijkheid voor zijn besluiten collegiaal te dragen, maar ik hoef er geen geheim van te maken dat ik zelf niet die minderheid vorm evenmin als de wethouder d* Pont, zodat het voor u niet moeilijk is het nu te raden. Als de heer van Hoof onze opmerkingen over de opstelling van en de relatie met politie en justitie als pochen aanmerkt stelt ons dat teleur. Dat deze beide instanties nodig zijn om alles wat je in de pre ventieve sfeer probeert te bewerkstelligen af te ronden behoeft naar onze mening geen toelichting." Het lid DU PONT zegt het volgende: "Gaarne wil ik nader ingaan op een aantal vragen en problemen die door de diverse sprekers bij de alge mene beschouwingen over de begroting 1977 en het investeringsprogramma voor 1977 en volgende jaren zijn gesteld. De heer Kessel heeft gezegd dat er in de begroting niet wordt gesproken over het kruispunt Prof. Mulderslaan- Zouavenlaan-Bosschendijk. Voor de reconstructie en beveiliging van genoemd kruispunt zijn in vorige vergaderingen reeds credieten door uw raad goed gekeurd. Zodra de onderhandelingen over de grondaankopen zijn afgerond en goedgekeurd kan direct met de uitvoering worden begonnen. Door diverse sprekers is gesteld dat de reconstructie en beveiliging van de kruispun ten Pastoor Hellemonsstraat/Markt en Molenstraat/Zandeweg/West Vaardeke in 1977 moeten worden uitgevoerd. In ons antwoord op het onderzoek van de begroting 1977 in de afdelingen hebben wij gezegd dat wij geen moeite hebben met het toekennen van een hogere prioriteit aan de reconstructie en bevei liging van het kruispunt Pastoor Hellemonsstraat/Marktdat wil zeggen dat wij die maatregelen zullen nemen die nodig zijn om in 1977 tot uitvoe ring van deze werken te komen. Hierbij moet echter opgemerkt worden dat wij

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1976 | | pagina 253