- 17 - niet weet hoe hoog deze kosten zijn en hoe ze zijn samengesteld. Hoe komt het dat een W.S.W.-werknemer zo'n 20.000,kost boven de loonkosten? Enfin, ik blijf hopen op een echt antwoord. De reinigingsdienst staat reeds geruime tijd ter discussie. Met wat te veel aan optimisme heb ik een jaar geleden zelfs een notitie mijnerzijds aan u toegezegd. De notitie is niet gekomen. Wel is er uiteraard nagedacht over dit onderwerp. Het komt mij niet juist voor om de kosten van de reinigingsdienst geheel ten laste te brengen van de algemene middelen. In de praktijk betekent dit immers: betalen uit de opbrengst van de onroerend-goedbelasting. Het is een wat oneigenlijk gebruik van een belasting waarvan de spreiding zoda nig is dat een groot deel van de opbrengst afkomstig is van betalers die geen gebruiker zijn van de ophaaldienst voor huisvuil. Het lijkt mij ook een goede zaak dat mensen betalen voor de diensten die de overheid ver leent. Mits uiteraard rekening wordt gehouden met de draagkracht. Geen profijtbeginsel dus als uitgangspunt, evenmin acht ik het juist om diensten te verlenen zonder de gebruiker, door betaling te verlangen, inzicht te geven in de waarde van de verleende dienst. Of de betaling via de prijs van de vuilniszak altijd als zodanig wordt ervaren is de vraag. Evenzeer is het de vraag of de straten schoner zullen zijn, wanneer het ophalen gratis wordt gemaakt. Ik denk dat die vraag ontkennend moet worden beant woord. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat, wanneer het huisvuil mag worden aangeboden in elke verpakking die men wenst, de straten scho ner zullen zijn wanneer de vuilnisiiragen voorbij is. De plastic zak is meestal goed hanteerbaar en doorgaans goed gesloten, ook bij regenachtig weer. Hoe dat wordt wanneer allerlei kartonnen dozen enz. buiten worden gezet, laat zich raden. De globale kostenraming die het college heeft gege ven voor het 2 maal per jaar gratis ophalen van grof vuil, geeft mij voor lopig niet de indruk dat de kosten tegen de baten zullen opwegen. Mijn conclusie is, mijnheer de voorzitter, dat het niet juist zou zijn om grote veranderingen in het bestaande systeem aan te brengen. Wellicht is er wel de mogelijkheid om wat knelpunten weg te nemen. Mijnheer de voorzitter. Uw antwoord op mijn opmerkingen aangaande de subsidiëring van de stichting Gemeenschapshuis en het Maatschappelijk Centrum kan mij niet overtuigen. Bij mijn komst alhier trof ik een voorstel aan, dat donderdag aanstaande zal v/orden behandeld en over deze materie handelt. Ik zou daarom op dit moment niet verder op dit punt willen ingaan, maar dit willen bewaren voor de komende raadsvergadering van donderdag. Mijnheer de voorzitter» Er zijn wijzigingen voorgesteld in het investeringsprogram. Belangrijkste daarvan: het verschuiven van de posten reconstructie en verkeerslichten voor het kruispunt Past. Hellemonsstraat/Markt naar het dienstjaar 1977° Ik kan mij met die wijzigingen geheel verenigen. Naar het zich laat aan zien zal ook het komende jaar voor de gemeente Oudenbosch een jaar zijn van voortgaan op de reeds ingeslagen weg die voert naar een gemeenschap waarvan het goed is deel uit te maken. Ik hoop daaraan mijn steentje te mogen bijdragen." Het lid N. VAN HOOF merkt op dat burgemeester en wethouders op de eerste plaats in hun antwoord stellen: "Dat ook ons college bereid is mede te werken aan de verbetering van het milieu staat buiten kijf." Dit is het letterlijke citaat. Hij zou graag de concrete vraag willen stellen op welke manier, in welke mate de raad daarvoor voorstellen te verwachten heeft; of het college deze zaak gewoon blijft doen zoals dit thans is ge beurd. De tweede vraag, die hij wil stellen, is naar aanleiding van hetgeen in het antwoord is gesteld, namelijk dat de meerderheid meent te betwij felen of dat de voorgestelde wijziging succes zou kunnen hebben. Hij zou graag weten hoe de meerderheid van het college in deze is samengesteld.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1976 | | pagina 245