- 15 -
plan. Wat schoonheidsfoutjes buiten beschouwing latend, kan worden vastge
steld, dat de inbreng van de burgerij alleszins bevredigend was en mogelijk
nog kan zijn. Een andere vorm van verbreding bleek de art. 61-commissie
van de centrale antenne-installatie te zijn. Ook hier meen ik te mogen stel
len, dat v/ij op de goede weg zijn. En dan ziet men plotseling, mijnheer
de voorzitter, dat de raad zich sterk gaat maken - het ene raadslid wat
enthousiaster dan het andere - maar vrij eensgezind - voor democratischer
bestuursvormen in streekgewestelijk verband. Ik noem dit een verheugend
verschijnsel. Maar wel een verschijnsel met consequenties, tenminste
wanneer we te maken hebben met beleidsintenties. De raad zal zich niet
meer kunnen veroorloven om stilzwijgend voorbij te gaan aan bestaande of
zich nog aandienende toestanden, die strijdig zijn met een dergelijk be
leidsvoornemen. Wij kunnen er nu niet aan ontkomen om een oordeel uit te
spreken over de bestuursvorm van een aantal gesubsidieerde instellingen
en de consequenties daarvan ten aanzien van onze medewerking. Ik denk dan
zonder volledig te willen zijn, maar meer als illustratie aan sommige
gemeenschappelijke regelingen, aan stichtingen als het Maatschappelijk
Centrum, het Gemeenschapshuis, St. Bernardus, aan overheveling van gemeen
telijke taken naar art. 61-commissies, bijvoorbeeld de sportraad en het
bestuur van de komende openbare school. Op dat laatste mag ?'k misschien
iets nader ingaan. Evenals bij de stichting van een bijzondere basis- of
kleuterschool is de fase van voorbereiding, de keuze van het gebouw en de
inrichting, het aantrekken van onderwijskrachten enz. bijzonder belang
rijk. Een tijdige beslissing over de bestuursvorm en de benoeming van de
eventueel daaruit voortvloeiende art. 61-commissie is daarom zeer gewenst.
Met het oog op de verlangde openheid en doorzichtigheid van bestuur is
het goed ons ook bezig te houden met het eigen functioneren. Ik wil vol
ledigheidshalve nog kort memoreren wat reeds aan de orde was. De instel
ling van raadscommissies ex art. 62 van de gemeentewet, het niet tijdig
ter inzage leggen van aan de raad gerichte stukken waardoor de raad zich
soms maar enkele dagen kan bezig houden met zaken waar het college soms
maanden aan werkt enz. Het is uitgebreid en meerdere malen aan de orde
geweest en ik blijf hopen op beterschap. Mijnheer de voorzitter. Soms
kan de indruk ontstaan dat zaken die hier in het openbaar worden behan
deld reeds "voorgekookt" zijn tijdens het zogenaamde informeel beraad.
Natuurlijk is dat niet helemaal waarhet is evenmin helemaal onwaar. Er
wordt overleg gepleegd, er wordt in de "wandelgangen" gepeild naar me
ningen en getracht overeenstemmingen te bereiken. Dat is niet kwalijk.
Het is ook onvermijdelijk wanneer men politiek bedrijft. Het wordt wel
kwalijk wanneer de raad als geheel aan het "voorkoken" gaat. Pas dan
kan men zeggen dat er al binnenskamers is beslist. Voorkomen moet worden
dat door het voeren van het zogenaamd informeel beraad, de indruk wordt
gewekt dat dit plaatsvindt. En daarom zou mijns inziens het informeel
beraad moeten verdwijnen. Ook om interne redenen. Het beraad heeft geen
status, er worden geen notulen gemaakt. Je kunt elkaar niet houden aan
hetgeen gezegd is. Is er een alternatief? Natuurlijk. Ook in de gemeente
wet is rekening gehouden met de omstandigheid dat niet altijd alles vol
ledig in de openbaarheid kan. Er kan een besluit- moeten worden voorbe
reid en genomen, waarbij openbaarheid op dat moment gevolgen kan hebben
voor burgers en overheid. Er kunnen belangen worden geschaad. Ook kan het
zijn dat moet worden gesproken over personen waarvan of de privacy gevaar
loopt of de private belangen worden geschaad. In die gevallen voorzien
de artikelen *+9 en 50 der gemeentewet. De raad kan besloten vergaderen,
ja heeft zelfs de plicht dat te doen. De motieven voor het besloten verga
deren verdragen de openbaarheid. De motivering voor het informeel beraad