- 12
krijgt nu als hij het goed gelezen heeft, k uur voor die vakleerkracht,
terwijl hij in de nieuwe onderwijsstructuur leest en dan citeert hij vol
ledigheidshalve: "Iedereen behoort aan het begin van het leven een reële
kans te krijgen zich op het volwaardig functioneren in de samenleving voor
te bereiden. Dus als mondig staatsburger te kunnen meepraten en meebeslis
sen als deelnemer aan culturele activiteiten en als individui met eigen
talenten, niet alleen liggend op het conjunctieve of technische vlak, maar
ook het gevoelsleven, de creativiteit, de uitdrukkingsvaardigheid en
sociale vaardigheden betreffende. De basis voor deze ontwikkeling dient te
worden gelegd in het zogenaamd funderend onderwijs." Hij vindt dan dat
de inspecteur zich er met een Jantje van Leiden van af maakt door te ver
onderstellen dat in een lagere school onderwijzers aanwezig zijn, die be
voegd zijn om dit vak te doen. Gemakshalve ziet hij dan over het hoofd
dat iedere onderwijzer zijn eigen klas heeft, dus zijn specialiteit niet
in dienst kan stellen van de totale school. Hij vindt dat dit een kwestie
is, welke hij al eerder heeft aangeroerd op het terrein van het muziek
onderwijs. Hij ziet dit in hetzelfde vlak. Hij vindt namelijk dat kinde
ren bij het basisonderwijs te weinig aandacht krijgen als het gaat over
deze zaken. Hij heeft zich niet vollediger kunnen informeren om eventueel
een tegenvoorstel te doen, alhoewel hij weet dat de gemeenteraad in af
wijking van het advies van de inspecteur kan beslissen. Op dit moment zou
hij dit nog niet willen voorstellen, omdat hij nog teweinig informatie
hierover heeft.
De VOORZITTER zegt dat het schoolbestuur over deze zaak toch overeen
stemming heeft bereikt met de inspecteur. Op het moment dat er gesproken
wordt over een openbare school en het onderwijs daaraan, dacht hij dat
het zinvol was om de discussie in deze raad te houden. Treden wij nu niet
in de autonome bevoegdheid van het schoolbestuur van dat onderwijs, zo
vraagt spreker zich af.
Het lid BROUWERS zegt dat hij toch van een bestuurslid heeft kunnen
vernemen dat dit alleszins bevredigend is verlopen. Hij komt nu niet met
een tegenvoorstel, daar hem de mogelijkheden ontbreken en mede ook vanwege
argumenten, die de voorzitter nu aanhaalt. Hij gaat overigens in Godsnaam
akkoord met dit voorstel voor 4 uur.
Het lid VAN DER GRAAF zegt het oneens te zijn met de opmerking aan
gaande de autonomie van het schoolbestuur. Eigenlijk wel voor wat be
treft de autonomiteit maar niet voor wat betreft de gevolgen, die eraan
verbonden worden. Hij zou de vraag kunnen stellen: hoeveel keer heeft de
ze raad gehandeld in afwijking van het advies van de inspecteur. Hij dacht
dat het in zijn raadsperiode nog nooit gebeurd was. Hij neemt dan ook aan
dat het schoolbestuur met de inspecteur heeft onderhandeld en daaruit ge
kregen heeft wat er uit te halen viel. Dit wil dan nog niet zeggen dat het
schoolbestuur de raad niet snikkend om de hals zou vallen als deze bereid
was er 8 uren van te maken. Daarom is hij het met bedoelde opmerking niet
eens. Hij zou daarom toch willen voorstellen niet om dit voorstel aan te
houden, maar om dit voorstel aan te nemen en de raad dienaangaande nader
te informeren. Hij voelt namelijk heel veel voor de gedachtegang van de
heer Brouwers. Als de raad meer informatie heeft en weet dat het inder
daad een nuttige zaak is dan zou men zich kunnen beraden om het aantal
uren uit te breiden.
De VOORZITTER zegt dat het schoolbestuur bij brief van 15 oktober
het verzoek heeft teruggebracht tot k uur. Het zou toch een beetje dwaas
zijn om nu een ander besluit te nemen.
Het lid VAN DER GRAAF zegt dat het schoolbestuur gepakt heeft wat er
te pakken is. Dat wil echter nog niet zeggen dat men niet alsnog behoefte