-in
dient te worden, maar dat het plein wordt doorgetrokken en alleen wordt
onderbroken voor het gemotoriseerde verkeer» Verder wil hij zeggen dat
er zich langzamerhand een ontwikkeling met betrekking tot de onroerend-
goedbelasting voordoet» Een aantal gemeenten vraagt zich steeds nadrukke
lijker af of het wel terecht is dat rijkswegen, provinciale wegen, spoor
banen en misschien nog meer vrijgesteld worden van de onroerend-goed-'
belasting» De wet schrijft dit niet voor» Als hij het goed begrepen heeft
is dit het gevolg van een model, dat van de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten is ontvangen» Hij zou vallen vragen of in de verordening op de
onroerend-goedbelasting van Oudenbosch een uitzondering is gemaakt voor
de belastbaarheid van rijkswegen, provinciale wegen, spoorbanen e.d. In
dien dit zo is zou hij voorts willen vragen welke belangen de gemeente
Oudenbosch heeft om die bepalingen te wijzigen en wat dan het financiële
effect voor de gemeente zal zijn. Het gaat er dan niet om of dit bedrag
per jaar groot of klein is, maar men moet dit zien in het licht van een
aantal jaren.
De VOORZITTER zegt dat de tweede vraag bekeken en dat er een ant
woord geformuleerd zal worden. De eerste opmerking zal de heer Rennings
toch nog eens een keer moeten herhalen. Het college neemt er in ieder
geval kennis van»
1*4-» Sluiting.
De VOORZITTER sluit de vergadering met gebed»
Vastgesteld ter openbare vergadering van 18 november 1976,
de secretaris, de voorzitter,