- 12 - niet is uitgevoerd, dan dacht hij dat toen de inspraak nog volop aan de gang was, want het voorlopig plan, dat door het stedebouwkundig bureau ter tafel was gebracht, is van eind 1975. Daarmee is het college nu nog bezig» Het lid VAN DER GRAAF zegt dat hij over het kostenvraagstuk heeft gesproken» Dat was in hoofdzaak daarom, omdat nog steeds in zijn herin nering zweeft, dat er een afspraak is met het stedebouwkundig bureau over een finale prijs» Hij was er nieuwsgierig naar of men zich daaraan houdt» Ten aanzien van de inspraak merkt hij op er toch wel prijs op te stellen dat dit nu niet in het vage wordt gelaten, maar dat de raad zich nu uit spreekt of er nu in deze nog verdere mogelijkheden geboden zullen worden. Hij vindt dat men daar nu niet omheen kan» In het verleden is er een aantal malen gesproken over het aankaarten van de inspraakgedachte. Hij moet zeggen dat er geen genoegen moet worden genomen met wat vage aandui dingen van de kant van het college in de zin van: wij weten nog niet wat wij er mee doen. Laat de raad zich daarover maar uitspreken. Het lid RENNINGS zegt dat hij al bij meerdere gelegenheden gewezen heeft op dit terugkoppelen naar de werkgroepen. Zojuist heeft hij gevraagd: hoe komt het komplan weer tot leven? Hij gelooft namelijk dat wanneer men' nu een steen in een stille poel water - het ontwerp-komplan - liet val len, dit komplan weer niet tot leven is gebracht. Hij gelooft dat het een stukje strategie zal vergen om dit weer terug te brengen. Hij kan de heer van der Graaf wel volgen, maar men moet die inspraak weer van de grond brengen. Hij gelooft dat er dan wel een stukje plan moet zijn al vorens er ja tegen te zeggen» Een stukje plan van: op deze manier gaan wij die inspraak doen en ook een stukje beheersing van de kosten» Het lid N. VAN HOOF zegt dat toen er met inspraak begonnen werd zijn fractie de eis heeft gesteld dat er bij de ontwikkeling van het komplan een zodanige inspraak moet zijn dat alle geledingen van de bevolking daar aan zouden kunnen meedoen. Hij dacht dat de inspraak bij het komplan niet 100% maar 200% tot zijn recht is gekomen. Hij vindt dat men op een gegeven moment wel toe is aan de besluitvorming. Inspraak dus tot een bepaald moment» Als er op een gegeven moment bepaalde afgeronde plannen zijn dan vindt hij het gevaarlijk om weer te zeggen: wij gaan het nu weer opnieuw in inspraak brengen. V/aar is dan het eind? Daarmee wil hij geen afbreuk doen aan die inspraak, maar men moet toch tot de besluitvorming kunnen komen. Het lid VAN ELZAKKER zegt dat hij zich volledig aansluit bij hetgeen de heer N. van Hoof zojuist heeft gezegd. Hij hoopt dat het nu wel binnen één jaar zal lukken om de zaak af te ronden. Het lid KOK zegt dat zijn fractie zich ook wil aansluiten bij het geen de heer N. van Hoof gezegd heeft» Hij hoopt dat het komplan snel rond mag zijn. Het lid KESSEL zegt dat zijn fractie haar twijfels blijft behouden. Hij hoopt dat het definitieve plan zo snel mogelijk tot stand komt. De VOORZITTER zegt dat hij met betrekking tot de woorden van de heer N. van Hoof een amendering moet maken. Het is op dit moment gewoon niet mogelijk om te zeggen toe te zijn aan het moment van besluiten. Dit hangt volledig af van datgene wat er als voorstel uit de bus komt. Als dat voor stel zodanige afwijkingen van de in eerste instantie ter discussie staande schetsen zal inhouden, dam gelooft hij dat men er verstandig aandoet dat men toch terug gaat naar die gespreksgroepen. Men moet dan uit die gespreks groepen toch weer suggesties proberen te trekken, zoals in eerste instan tie is gebeurd. Als er wel een duidelijk plein uitkomt - hij kan niet ga remderen dat dat zo is - dan zou hij een heel eind met de heer N. van

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1976 | | pagina 212