6 -
8. Voorstel tot beschikbaarstelling van een subsidie in de kosten van
restauratie van het interieur van de Basiliek ten behoeve van de Stich
ting Behoud Basiliek 0udenbosch/100e wijziging gemeentebegroting 1976.
Het lid KESSEL zegt dat zijn fractie de Basiliek een warm hart toe
draagt- Zijn fractie weet dat Oudenbosch mede grote bekendheid heeft ge
kregen, in binnen en buitenland, door deze basiliek- We1 had hij moeite
met het lezen van dit preadvies- Een subsidie van 67-236,voor 5 jaar
waarvan de kosten het 1e jaar 8.034,70 bedragen, maar deze kosten ver
meerderen elk jaar met deze ongeveer 8-000,tot 5 jaar- Daarna tot
25 jaar zijn deze kosten gecontinueerd- Is de berekening juist dat deze
kosten na 5 jaar zijn gestegen tot ongeveer 100-000,terwijl de ver
fijningsregeling slechts 7-000,zal bedragen? Dit terwijl dit alles
is berekend op kosten in 1976. Hier zit de moeilijkheid- Zijn fractie
is wel voor dit voorstel, maar verneemt toch gaarne wat dit gaat kosten.
De VOORZITTER zegt dat de subsidiëring, die vanwege de gemeente
plaatsvindt wordt gedekt door een verfijningsregeling van de kant van de
centrale overheid. De verfijningsregeling komt niet op tafel als een be
drag a fond perdu, maar in de vorm van een uitkering, die is uitgestre
ken over een periode van 25 jaar- Dit gebeurt als volgt- De gemeente
schiet het bedrag a fond perdu voor en haalt dit terug via de verfijnings
regeling. Hier doet men 25 jaar over- Dit betekent dat het volledige be
drag, dat uit de verfijningsregeling wordt ontvangen, wordt doorgescho-'
ven naar degene, die de opknapbeurt doet.
Het lid KESSEL zegt dat hij ergens een beredeneringsfout maakt- Als
hij even met afgeronde getallen mag werken dan komt hij voor het eerste
jaar* op een bedrag van 8.000,het tweede jaar op 16.000,en het
derde jaar op 24.000,Men krijgt echter slechts 7-000,terug uit
de verfijningsregeling.
De VOORZITTER zegt dat dit niet helemaal opgaat- In het tweede jaar
zal men rente moeten betalen over een lager bedrag, want dan is er al een
stuk afgeschreven.
Het lid RENNINGS zegt dat de heer Kessel in het eerste deel gelijk
heeft. Het is inderdaad zo, dat het om 5 jaarlijkse bedragen van
67.236,gaat- Met andere woorden de bijdrage van de gemeente zal jaar
lijks in eerste aanleg met 8.000,-- toenemen, rekenend dat het vermin
dert met de rente- Dit betekent wel dat het eerste jaar het bedrag aan
subsidie volgens de verfijningsregeling 7-000,is, het tweede jaar
14.000,en het derde jaar 21-000,Met andere woorden in het be
gin zal er wel wat op toegelegd worden, maar gaande weg komt het bedrag
terug-
De SECRETARIS zegt dat de gemeente het bedrag terugkrijgt in 25
jaarlijkse annuïteiten. Als wij het bedrag dit jaar uitgeven, dan moe
ten wij dit het volgend jaar opgeven aan de Rijksdienst voor de Monumen
tenzorg. Met andere woorden het bedrag dat wij in 1976 uitgeven, kunnen
wij opgeven in 1977 en de annuïteiten beginnen te lopen in 1978. De ge
meente krijgt het totale bedrag terug. De gemeente geeft het hele bedrag
in de vorm van een kapitaalssubsidie en ontvangt het terug in de vorm van
annuïteiten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
9- Voorstel tot beschikbaarstelling van een subsidie in de restauratie
kosten van de Basiliek ten behoeve van de Stichting Behoud Basiliek
^denhosch/lOle wijziging gemeentebegroting 1976.