- k - gend zou moeten worden wil men kunnen zeggen dat de heer Meesters werke lijk op een juiste manier is behandeld. Hij gelooft ook dat bij een nadere bestudering de raad eigenlijk dit bezwaarschrift niet ongegrond had moe ten verklaren, maar dat de raad zich nader had moeten beraden over de consequenties. Alleen is dat de schuld van de heer Meesters, omdat de verduidelijking klaarblijkelijk nog niet aanwezig was. De VOORZITTER zegt het in deze met de heer van der Graaf eens te zijn. Dit is de verantwoordelijkheid van de heer Meesters, Overigens gaat ook het college van gedeputeerde staten de zaak toch wel in zijn totali teit toetsen. De bezwaren van de heer Meesters lomen daar dan weer aan de orde. Hij wil er overigens wel op wijzen dat de onmogelijkheid om het be drijf daar verder uit te oefenen is op te heffen door het bedrijf elders te vestigen. Hij merkt voorts op dat naar aanleiding van stuk nr. 11 van de ingekomen stukken, de agenda met bijlagen voor de vergadering van het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant, de fractie "Oudenbosch Nu en Straks" drie vragen heeft gesteld, waarvan één gericht aan de voorzitter, luidende: "Wil de voorzitter zich tegenover de raad verantwoorden van het ter zake bovengenoemde onderwerp ingenomen standpunt in de commissie van advies en bijstand. Dit is dan met betrekking tot het agendapunt over de vraag of het streek plan voor Westelijk Noord-Brabant aan herwaardering toe is en de stand punten van het Streekgewest voor Westelijk Noord-Brabant met betrekking tot de verstedelijkingsnota. Het lid RENNINGS zou gaarne enige toelichting op deze materie geven. Op de eerste plaats mag men zich verheugen dat de gebruikelijke vergader datum later is, doordat deze een week is uitgesteld. Zonder dat was men niet in de gelegenheid geweest over deze zaak te discussiëren, omdat de stukken dan nog niet binnen waren. Het betreft hier in principe twee concept-besluiten; één met betrekking tot een herwaardering van het streek plan, dat, zijns 'inziens, op zichzelf geen problemen geeft. Met het tweede concept-besluit, een besluit dat handelt over de verstedelijkings nota en de structuurschets voor de verstedelijking, heeft zijn fractie wat meer problemen» Daar is zijn fractie zelfs in hoge mate bezorgd over en wel in het bijzonder over de stukken van advies, welke hieraan zijn toe gevoegd, Hij doelt dan op het eindadvies van de commissie van advies en bijstand voor de ruimtelijke ordening over de herwaardering van het Streek plan West-Brabantalsmede de discussienota over de verstedelijkingsnota van de commissie ruimtelijke ordening van het Streekgewest. Waar gaat het in dit geval om? Naar de mening van zijn fractie om de verdeling van het aantal te bouwen woningen onder de gemeenten in het Streekgewest in de jaren 1980 tot 1990. Anders gezegd om de vraag of de Oudenbossche woning zoekende in die jaren in zijn woonplaats terecht kan voor een woning. Nog anders gezegd om de leefbaarheid van onze gemeente. En niet alleen van onze gemeente, maar van een reeks gemeenten in West-Brabant. Voor goed begrip, want dat is erg belangrijk dacht hij, gaat het zijn fractie niet om een groei in de zin van het aantrekken van niet-ingezetenen, bijvoor beeld door het aantrekken van een stukje van de overloop uit de randstad. Hij raag daarvoor verwijzen naar het standpunt van zijn fractie tijdens de algemene beschouwingen bij de laatste begrotingsbehandeling, alsmede naar het standpunt in de vergadering van 19 augustus j.l., waarbij zijn fractie bij de vaststelling van het bestemmingsplan Albano vraagtekens ge zet heeft achter de ter plaatse voorgenomen woningbouw in de jaren tot en met 1985° In die vergadering is hij tot de slotsom gekomen dat voor een normale aanwas in Oudenbosch aanzienlijk geringere aantallen woningen nodig waren. Wanneer hij in het vervolg dan ook pleit om uitbreiding van het

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1976 | | pagina 179