- 16 - Het lid VAN DER GRAAF. Misschien mag ik een kleine hint geven op wat de heer N. van Hoof gezegd heeft met betrekking tot de scholen van voortgezet onderwijs. Sobriëtas doet ons dit subsidie-verzoek op grond van een voorlichting aan basisscholen. Ik wil 'daarmede niet zeggen, dat Sobriëtas dus niet naar het voorlgezet onderwijs zou willen gaan, maar het verzoek is gericht ten aanzien van basisscholen. Het lid KOP JANSEN. Ik zou willen voorstellen om deze subsidies zo te accepteren, zoals u ze voorstelt en de commissie straks de consequen ties van het een en ander laten bestuderen. Dat houdt dus niet in dat wij niet volledig staan achter het voorstel van de heer van der Graaf en van de heer N. van Hoof om, wanneer dit mogelijk is, een voorlichtingsdag van Sobriëtas te krijgen. Dit ondersteunen wij volledig. De VOORZITTER. De heer Kop Jansen is begonnen met het voorstel te ondersteunen, omdat er eigenlijk weinig nieuws voorgesteld werd ten aan zien van andere jaren. Dat is ook ons uitgangspunt geweest bij het brengen van dit preadvies. Gezien de commissie, die wij in wilden stellen, heb ben wij gemeend aan de bestaande subsidies niet te veel te moeten veran deren of er anderen aan toe te voegen, die vroeger niet voor subsidie in aanmerking kwamen, op een enkele uitzondering na, die wij meenden te moeten maken voor bijvoorbeeld de Stichting Bijstand Buitenlandse Werknemers en voor de oudervereniging van de Mytylschool De Schalm. De heer van der Graaf is begonnen met te zeggen: Waarom de Hartstichting wel en het Rheumafonas en Astmafonds niet. Dat stoelt eigenlijk op pre cies hetzelfde wat ik zojuist heb gezegd. Wij wilden geen nieuwe subsi dies inbrengen omdat: de commissie nog moet beoordelen welke maatstaven aangelegd moeten worden ter subsidiëring van bepaalde instanties. De Hartstichting is destijds ook niet door ons voorgesteld, maar is, op voorstel van de heer de Veth indertijd, door de raad toegevoegd.De Ma tigheidsbeweging Sobriëtas ligt eigenlijk precies op dezelfde lijn. Al leen met dit verschil. Wij hebben indertijd - en dat hebben wij dit jaar niet gedaan - bij de scholen geïnformeerd of zij inderda.ad van deze moge lijkheid gebruik wilden maken. Daar zijn toen als reacties op gekomen dat zij dat .niet wilden, omdat er andere mogelijkheden daartoe op de scholen benut werden. Ik wil u best toezeggen al de scholen, ook de scholen voor basisonderwijs, want toen zijn alleen de scholen voor voortgezet onder wijs benaderd, hierover te benaderen. Dan zou dit mogelijkerwijs ook in de studie door de commissie betrokken kunnen worden. Als mocht blijken dat er de behoefte is - dat willen wij best stimuleren - dan willen wij u op zo'n kort mogelijke termijn een voorstel dienaangaande doen. De Stichting Buitenlandse Werknemers is door de heer van der Graaf genoemd. Ik ben het helemaal met hem eens, dat deze stichting goed werk doet. Wij hebben daar zelf ook al verschillende malen gebruik van mogen maken. Wij hebben over deze zaak toch nogal uitvoerig gesproken, omdat wij ook zaten met die commissie. Wij hebben toch gemeend u te moeten voorstellen - wij hebben het daarom aan de sobere kant gehouden - om deze stichting voor subsidie in aanmerking te laten komen. Dan kan straks de commissie bekijken in hoeverre de subsidie uitgebouwd moet worden. Ik dacht dat dit in de loop van dit jaar zou kunnen. Ik dacht dat ik datgene, wat de heer N. van Hoof gesteld heeft, gelijktijdig met dat van de heer van der Graaf meegenomen heb. Dan heeft de heer N. van Hoof nog gesproken over Stichting Contactcentrum Bedrijfsleven-onderwijs. Dit was een subsidie verzoek aan de gemeente gedaan en subsidie-verzoeken, die aan de gemeente

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1976 | | pagina 16