- 23 -
in 6 klassen de hele school moeten beleven» Hij dacht dat de tegenstrij
digheid, die door de heer van der Graaf naar voren wordt gebracht, ei
genlijk niet klopt» Hij dacht dat het onjuist was, ook in het licht van
de cijfers, zoals deze hier liggen, er van uit te gaan dat er drie 6-
klassige scholen zouden moeten komen» Dat lijkt in de opzet volstrekt on
verantwoord» Dat de heer van der Graaf in principe tegen delegatie blijft
verwondert het college van burgemeester en wethouders niet; dat had het
eigenlijk wel verwacht» Als de heer van der Graaf wil stellen dat de voor
zitter zegt dat burgemeester en wethouders zich willen verschuilen achter
gedeputeerde staten, dan is spreker kennelijk onduidelijk geweest of de
heer van der Graaf heeft hem verkeerd begrepen» Het is natuurlijk zo dat
er een eigen verantwoordelijkheid blijft liggen voor de ruimtelijke or
dening op het gemeentelijk niveau» Hij dacht dat men dat wel als buiten
gewoon essentieel ervaarde» Hij heeft alleen gezegd dat er een stuk con
trole is, zoals dat er ook is op een groot aantal handelingen, welke door
de raad worden gesteld» De heer van der Graaf stelde een heel directe
vraag met betrekking tot de slagvaardigheid» Hij moet zeggen dat de slag
vaardigheid hem zeker niet is tegengevallen» Er moet wel eens een onder
werp worden teruggenomen, maar hij gelooft dat dit inherent is aan het
feit dat gekozen is voor een volledig in openbaarheid in deze raad be
handelen van stukken» Dan moet men dit gewoon incalculeren» De raad is
in principe een orgaan, dat eens per maand bijeen komt, er is zelfs een
periode van eens per twee maanden» Burgemeester en wethouders dachten en
hij heeft beluisterd dat de raad dit in meerderheid ook denkt, dat de
uitwerking, als dat in een goede samenspraak gaat, zoals dit tot nu toe
is gebeurd, best ook door burgemeester en wethouders kan geschieden» Als
de heer van der Graaf vindt dat er in de komende jaren nog een hoog bouw-
tempo gehandhaafd moet worden dan denkt spreker dat de heer van der Graaf
dit in feite toch ook bedoelde in de zip dat het bouwtempo gekoppeld moet
zijn aan de behoefte die er is. Dit heeft spreker ook willen onderschrij
ven toen hij zei dat er nog 278 Oudenbossche woningzoekenden zijn» Los nog
van al die anderen, die zich zo graag in deze omgeving zouden willen ves
tigen. De heer Rennings suggereerde dat de bestemmingsbepalingen zouden
zeggen dat de woningen twee-onder-één-kap gebouwd, uitsluitend koopwonin
gen zouden mogen zijn. Die bepaling heeft de secretaris niet kunnen ont
dekken. Maar dan nog zou natuurlijk die koper een institutioneel belegger
kunnen zijn. Het is in het algemeen toch zo dat de kavels verkocht worden
aan degene, die gaat bouwen» Het is duidelijk de bedoeling van burgemees
ter en wethouders om in ieder geval te bouwen, juist ook ten behoeve van
huurders, omdat het college gemeend heeft dat daaraan behoefte bestaat.
Bij burgemeester en wethouders bestaat niet het idee dat de bestemmings
bepalingen zich daar tegen verzetten» De heer Rennings maakte nog een op
merking ter ondersteuning van zijn, in eerste aanleg geponeerde stelling
dat er wel samenwerkingsmogelijkheden zijn met betrekking tot de scholen»
Hij dankt de heer Rennings hiervoor. Met betrekking tot de opmerking over
de delegatie en openbare bespreking heeft hij al gezegd, in het preadvies
is dit trouwens ook vermeld, dat het college met de raad nauw overleg zal
plegen met een zeer nadrukkelijke bedoeling» Hij heeft ook gezegd dat
burgemeester en wethouders voor het globale bestemmingsplan hebben gekozen
om in te kunnen haken op de ontwikkelingen» Het woningmarktonderzoek is
er daar één van en de mogelijkheid daarvoor is alleszins aanwezig» Hij hoopt
dat op de opmerking, die de heer N. van Hoof maakte met betrekking dat
deze de gedachte van de heer van der Graaf voor die scholen onderschrijft,
de heer N» van Hoof ook een antwoord heeft gevonden in het antwoord van
spreker aan de heer van der Graaf» Evengoed de heer N» van Hoof dit, naar