- 22 - niet omdat met name met betrekking tot dit bestemmingsplan gebleken is dat ook, al delegeert men bevoegdheden aan het college van burgemeester en wethouders, men kan komen tot een openbare bespreking van plannen in nauw overleg met de raad. Hij komt nog even terug op de door hem uitvoe rig naar voren gebrachte beschouwing over de 130 woningen. Het is inder daad niet zo dat men van de ene dag op de andere van 130 naar 80 woningen moet. Hij heeft op grond van een actueel onderzoek, waarvan de cijfers dusdanig zijn en in zo een grote mate afwijken van datgene wat men tot nu toe wist, gemeend daarvóór aandacht te moeten vragen. Het lid N. VAN HOOF zegt even te willen reageren op hetgeen de heer van der Graaf gezegd heeft. Hij is het wat betreft het aantal scholen in principe met de heer van der Graaf eens. Als de raad drie principe-be sluiten genomen heeft om ter plaatse in de toekomst drie scholen te ves tigen, dan vindt hij het met de heer van der Graaf niet juist om nu op dit moment te zeggen dat er mogelijk samenwerkingsverbanden te vinden zijn. Dit zit misschien in de lucht, maar het is er nog niet uit en wan neer dat straks in de praktijk zal blijken dan komt men, dacht hij, voor onoverkomelijke problemen te staan. Op dit moment zijn hiervoor principe beslissingen genomen. Hij dacht dat dat dan ook als zodanig in het be stemmingsplan tot uitdrukking zou moeten komen. Men kan het ene besluit niet ondermijnen met een ander besluit. Wat dat betreft is hij het princi pieel met de heer van der Graaf eens. Wat betreft het delegeren is hij het eens met de heer Rennings. In voorgaande vergaderingen is over dit be stemmingsplan uitvoerig gesproken. Zijn fractie is de mening toegedaan dat, wanneer de voltooiing, dus de uitvoering van dit plan gebeurt in de zelfde harmonie en in dezelfde gezindheid om tot een goed plan te komen - dit heeft het college van burgemeester en wethouders niet alleen met dit plan getoond, maar ook met andere uitbreidingsplannen - dit ook kan in de vorm zoals het nu zal geschieden. Zijn fractie vertrouwt er gewoon volledig op dat het college van burgemeester en wethouders de lijn, die wat dat betreft is ingezet, zal continueren. Wat dat betreft is hij het op een gegeven moment weer wel eens met de heer van der Graaf, wanneer deze stelt, naar aanleiding van wat de voorzitter zegt dat provinciale staten nog een grote vinger in de pap hebben. Hij is het met de heer van der Graaf eens dat de gemeente zich niet daar achter moet verschuilen. Burgemeester en wethouders hebben hun eigen verantwoordelijkheid en die delegeert de raad ook duidelijk en alleen aan burgemeester en wethouders. Wat dat betreft delegeert de raad niet aan provinciale staten. Het col lege van burgemeester en wethouders zal zijn eigen beleid moeten bepalen, daarin gesteund door de raad. De VOORZITTER zegt te willen beginnen met het probleem van de scho len, en daarbij in gedachte roepen hetgeen in de toelichting staat ver meld met betrekking tot de behoefte aan scholen. Op basis van het plan, zoals dit nu voor ligt, dus inhoudende 800 woningen, komt met via stan daardberekeningen, hij heeft niet begrepen dat men die wil aanvechten, tot een behoefte van 7 a 8 lagere schoolklassen en 2 a 3 kleuterklassen. Dat wordt, denkend aan de uitbreidingsmogelijkheid, die er door de ruimte reservering nog binnen het bestemmingsplan is en die voorlopig in iedere geval een agrarische bestemming heeft, dan in de toekomst nog via nog ^fOO woningen extra uit te breiden tot 2 scholen met 6 lagere schoolklas sen en 2 a 3 kleuterklassen. De behoefte aan lokalen is daarmee omschreven. Hij dacht dat de principe-besluiten tot vestiging zich, op zich genomen, daarmee best zouden kunnen verdragen, omdat die, als hij het wel heeft, geen uitspraak doen over de grootte. Het is zeer wel mogelijk dat dat dan scho len worden, 2 scholen ondergebracht in een school, waarbij ze gezamenlijk

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1976 | | pagina 167