- 21 - besluiten van burgemeester en wethouders toch naar de provincie gaan, dan zegt hij dat ook dit een argument is, wat hem niet aansrpeekt. De provin cie fungeert dan als "waakhond". Primair is de beslissing en keuze van hoe en v/at echter aan de gemeente. Hij laat daarbij dan even in het midden of dit de raad zal zijn of dat de raad die beslissing wil delegeren. Het ver wijzen naar de goedkeuring van de provincie vindt hij eigenlijk een beet je v/eglopen van de eigen verantwoordelijkheid. De keuze is primair aan de gemeente en de beslissing is primair aan de gemeente en moeten genomen v/orden op gronden, die het gemeentebestuur op een gegeven moment zelf be paalt. Ten aanzien van de opmerking, die de voorzitter maakte over een slagvaardig beleid, vraagt hij in gemoede of deze raad getoond heeft in de toch nog wat korte tijd dat de heer Mangelmans hiervan voorzitter is, niet in staat te zijn tot het snel nemen van beslissingen. Deze raad is even goed in staat tot het nemen van snelle beslissingen als hij in staat is om beslissingen uit te stellen, wanneer hij vindt dat een beslissing nog niet genomen mag worden..Een punt, dat hij nog toe wil voegen aan zijn keuze voor het niet delegeren is dan weer die hooggeroemde openbaarheid. Hij moet constateren, dat is een feit, waarmee hij geen oordeel uitspreekt, maar gewoon een feit, dat alle handelen van burgemeester en wethouders zich afspeelt in beslotenheid en alle handelen van de raad, zoveel mogelijk- zich afspeelt - naar zijn gedachte zou dit practisch 100% moeten zijn - in openbaarheid. Dan heeft de voorzitter nog wat opmerkingen gemaakt over het bouwtempo, in antwoord op hetgeen de heer Rennings heeft gezegd. Ten aanzien van het aantal woningzoekenden, dat de gemeente op dit moment kent, moet hij zeggen het in dit stadium niet met de heer Rennings eens te zijn. Hij zou er toch nog naar willen streven om in de eerstkomende jaren een redelijk hoog bouwtempo aan te houden en het terugschroeven van dat tempo over te laten aan de ontwikkeling van de woningbehoefte van de Oudenbossche bevolking. Dat is ook, wat hij dan noemt, slagvaardig beleid. Bouwen voor de mensen als het nodig is en wat langzamer gaan doen als er minder behoefte bestaat. Er zit één nadeel in, maar hij dacht dat dat voor een betrekkelijk kleine gemeente en een beperkt deel van de bouwcapaciteit, die hier gebruikt wordt, niet zo erg gold, namelijk dat men de bouwmarkt zou kunnen ontwrichten, wanneer dit te rigoureus zou worden toegepast. Het lijkt hem voor een gemeente als deze niet zo vreselijk urgent omdat dit toch maar een betrekkelijk klein percentage van het totaal is. Het lid RENNINGS zegt allereerst iets te willen zeggen over de half- vrijstaande woningen. Er staat hem namelijk bij dat in een van de bepa lingen staat dat halfvrijstaand.e woningen uitsluitend zijn voorbestemd aan kopers. Dat zou dan betekenen dat op dit punt een beleid gevoerd gaat worden, dat strijdig is met de bestemmingsbepalingen. Met betrekking tot de scholen is er misschien toch een oplossing. Het is voor hem zeker dat voor de openbare school een uitdrukkelijke beslissing genomen is; dat er voor die andere scholen weliswaar ook een beslissing genomen is, maar dat in de preadviezen en overige stukken bij de besluiten voor de pro testants-christelijke school en de katholieke school stond dat beide schoolbesturen al naar een vorm van samenwerking gezocht hadden. Als hij zich niet vergist is daar in die voorstellen van de zijde van die schoolbesturen de suggestie gedaan om dat in één gebouwencomplex te - situ eren. Met betrekking tot de gelegatiebevoegdheid merkt hij op dat de Wet op de Ruimtelijke Ordening inderdaad vermeldt: "kan". Men moet dan afwe gen de slagvaardigheid, het voeren van overleg, het dagelijks bestuur en v/at daarvoor nodig is enerzijds en de door de heer van der Graaf geschetste openbaarheid en de verantwoordelijkheid van de raad aan de andere kant. Daarbij gaat zijn fractie niet zo ver als de heer van der Graaf, temeer

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1976 | | pagina 166