- 19 - Ordening de raad in de verste verte niet verplicht om de bevoegdheid uit handen te geven, om de nadere detaillering vast te stellen» Het is alleen zo dat de Wet op de Ruimtelijke Ordening uitgaat van het feit dat in de relatie, in het goede samenspel, dat er moet zijn tussen het college van burgemeester en wethouders en de raad, ruimte moet kunnen zijn, naar het idee van de wetgever, om de bevoegdheid van het uitwerken, ietwat slag vaardiger te vertalen door dit niet aan de raad voor te behouden, maar dat op te dragen, vanuit de raad, aan het college van burgemeester en wethouders» Men zal in het verdere verloop van dat lange artikel 11 gele zen hebben dat dit geen zaak is dat burgemeester en wethouders de zaak be handelen en het daarmee is afgelopen» Het gaat daarna van burgemeester en wethouders naar de provincie» Het enige voordeel dat er in dat artikel zit, maar daarvoor maakt het niet uit of de raad, dan wel het college van bur gemeester en wethouders uitwerkt, is dat de provincie niet erg veel tijd heeft om de zaak op te houden» Hij hoopt overigens voldoende tijd om de zaak goed te wikken en te wegen» Het college van burgemeester en wethou ders heeft gemeend te moeten kiezen voor de slagvaardige opstelling, dus de uitwerking door burgemeester en wethouders» Het college heeft er overi gens zeer nadrukkelijk op gewezen dat burgemeester en wethouders van plan zijn om de uitwerking van de plannen in nauw overleg met de raad te doen plaatsvinden» Men heeft dat zonder twijfel in het preadvies gelezen» Dan is er eigenlijk nog een principi'êel bezwaar van de kant van de heer Rubbens, die vraagt hoe het college er eigenlijk bijkomt om voor te stellen de bezwaren ongegrond te verklaren, als er net tevoren wordt gezegd dat er best wel alternatieven zijn» Hij dacht eigenlijk dat die opmerkingen los van elkaar moesten worden gezien. Burgemeester en wethouders stellen voor de bezwaren ongegrond te verklaren, men heeft dat in de stukken verder ook kunnen zien, omdat bij de afweging van de belangen het algemeen belang zal moeten prevaleren» Dit doet niets toe of af aan het feit dat er ge zocht moet vrorden naar een oplossing, hetzij in de vorm van een schade loosstelling, hetzij in de vorm van het aanbieden van een alternatief voor het voortzetten van het bedrijf» Hij zou dit eigenlijk toch wel los wil len koppelen» Natuurlijk moet men er naar streven om zo veel mogelijk naar eerlijkheid en billijkheid, tegemoet te komen aan de problemen, die dit voor de bedrijfsvoering van de betrokken bezwaren met zich brengt» Dat mag niet de totaal-conceptie van het plan in gevaar brengen» Om die reden hebben burgemeester en wethouders gezegd de bezwaren ongegrond te verklaren. Daar mee willen burgemeester en wethouders duidelijk niet zeggen dat er met het college of de raad niet te praten is» Er wordt duidelijk rekening met deze kwestie gehouden» Er blijven nog een aantal vragen over, waarvan de eerste vraag van de heer Rennings was, naar aanleiding van de opmerkingen over een mogelijk ander gewenst groeitempo, of het niet mogelijk was dit jaar te komen met de ontbrekende gegevens om te bepalen hoeveel woningen er no dig zijn» Als de heer Rennings dit wil veranderen qua termijn en niet zegt dit jaar, maar tijdig voor de uitwerking, dan dacht spreker dat de heer Rennings daarmee helemaal inspeelde op de flexabiliteitdie geko zen is door te kiezen voor een globaal plan, want het is natuurlijk niet alleen op bouwtechnische aspecten dat men wil inhaken. Hij wil overigens niet verhelen dat men in Oudenbosch op dit moment een hele duidelijke be hoefte heeft aan economische gebondenheid. Inwoners van Oudenbosch, die een woning zoeken, Medio juni waren dat er liefst 278. Met het bouwtempo van dit moment zal het echt nog wel even duren voordat die allemaal een on derkomen hebben gevonden» Meenemen doet het college dit zeker. Het is duidelijk een stuk van de bedoeling van werken via een globaal bestemmings plan. Of het dit jaar op tafel komt weet hij niet. Tijdig, dat zou hij graag

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1976 | | pagina 164