- 17 -
omdat zelfs de Provinciale Planologische Dienst in haar advies uitgaat
van 120 woningen. Het woningmarktonderzoek leert ook dat ook onder de huur
woningen wel behoefte bestaat aan twee-onder-één-kap-woningen, woningen
aan één zijde vrijstaand. Uit een ander deel van het onderzoek blijkt
dat er toch wel huurders zijn, die aanzienlijke bedragen willen betalen
voor huurwoningen. Hij vraagt of het wellicht mogelijk is om in het be
stemmingsplan Albano niet uitsluitend twee-onder-één-kap-woningen voor de
koopsector te bouwen. Verder spreken hem zeer aan de bepalingen, vermelden
de dat er ook in Oudenbosch in de toekomst een behoorlijke hoeveelheid
premiehuurwoningen gebouwd zal worden. De fiets- en voetgangerstunnel,
waar herhaaldelijk over gesproken is, is hij niet tegengekomen. Hij vraagt
of deze in het plan is opgenomen, of dat deze zit in de paragraaf over
de financiële haalbaarheid, in de kostprijs van het plan.
Het lid VAN DER GRAAF zegt, om te beginnen, waar de heer Rennings is
geëindigd, ten aanzien van het rapport, dat uitgebracht is over de woning
behoeften, te willen opmerken dat de heer Rennings in feite een groep heeft
vergeten. In de oriënteringsnota is ook een groot aantal dorpen en kleine
kernen genoemd, die geen groeifunctie zullen krijgen, die dus niet zullen
mogen groeien. Gezien de te verwachten gezinsverdunning en de te verwachten
behoefte aan woningen door groepen, die op dit moment niet voor een woning
in aanmerking kwamen of in het verleden niet voor een woning in aanmerking
kwamen, zullen deze groepen, uit de streek dus ook, moeten uitwijken naar
die gemeenten, die wel een beperkte groei mogen ondergaan. Dat zal waar
schijnlijk de feiten, die de heer Rennings heeft genoemd, iets wijzigen.
In de kern is hij het volledig met de heer Rennings eens. Hij is dan ook
in feite blij dat de ambitieuze plannen, die de gemeente heeft gehad om
aanvankelijk een bestemmingsplan voor 1^*00 woningen te starten, zijn terug
gebracht naar de huidige omvang, waarbij men inderdaad de kanttekening kan
plaatsen of ook die omvang nog niet te groot is. Hij prijst zich gelukkig
dat dit gebeurd is, omdat hij verwacht dat er, bij te ambitieuze plannen
in te veel gemeenten, op een gegeven moment - hij heeft dit eerder gezegd
toen het bestemmingsplan Albano voor het eerste in bespreking kwam - een
voorraad bouwgrond aanwezig zal zijn, die de huizenbouwers niet meer vol
wensen te bouwen omdat er domweg geen markt meer voor zal zijn. Tenzij
men uitsluitend luxe bungalows wil bouwen voor de eliten uit de randstad.
Hij dacht dat uit een oogpunt van een goede bevolkingsopbouw dit geen goe
de zaak zou zijn. Ten aanzien van het globale bestemmingsplan Albano zelf
moet hij zeggen dat dit volledig in overeenstemming is met datgene wat
in eerdere vergaderingen van de raad besproken is en wat de raad wenst.
Op dit punt dus geen of nauwelijks critiek, enkel lof. Alleen blijft er
voor hem een bittere pil inzitten. Hij vindt het onjuist, dit heeft hij
ook meer gezegd, dat de vaststelling van de detaillering aan burgemeester
en wethouders wordt gedelegeerd. Er is in een eerdere vergadering ooit ge
zegd, van de kant van de vorige voorzitter, als hij zich goed herinnert, of
door de interim-voorzitterhij weet dit niet zeker meer, dat de Wet op de
Ruimtelijke Ordening dit voorschrijft. Hij heeft artikel 11 nog eens een
keer nagelezen en daarin staat duidelijk: "kan". De Wet op de Ruimtelijke
Ordening, in artikel 11, schrijft niet voor dat burgemeester en wethouders
de detaillering gedelegeerd moetwjrden; het kan gedelegeerd worden. De
raad kan dit werk, dat van ontzettend groot belang is, aan zich houden.
Hij hecht daar zoveel waarde aan dat, wanneer de bestemmingsplanbepalingen
op dit punt niet gewijzigd zouden worden, hij niet zijn goedkeuring aan
dit bestemmingsplan kan geven. Hij doet dit met veel moeite, maar vindt
een bestemmingsplan echter te belangrijk. Hij vindt ook een zaak, die in
feite gedragen zou moeten worden, althans nagestreefd zou moeten worden,