- 14 -
Het lid KOP JANSEN verklaart desgevraagd zijn benoeming te aanvaar
den.
De VOORZITTER. Dan zou ik nu voor willen stellen over te gaan tot
de derde vacature.
Het lid VAN DER GRAAF. Ik zou voor willen stellen als kandidaat de
heer Plevier.
De stemming heeft tot resultaat:
lid Plevier: 12 stemmen,
blanco: 2 stemmen,
ongeldig: 1 stem.
Het lid PLEVIER verklaart desgevraagd zijn benoeming te aanvaarden.
De VOORZITTER. Nu wil ik overgaan tot de vierde vacature.
Het lid RENNINGS. Ik zou de heer Rubbens voor willen stellen als kan
didaat.
De stemming heeft tot resultaat:
lid Rubbens: 15 stemmen.
Het lid RUBBENS verklaart desgevraagd zijn benoeming te aanvaarden.
17. Voorstel terzake van subsidieverzoeken/l15e wijziging gemeentebegro
ting 1975 en 15e wijziging gemeentebegroting 1976.
Het lid KOP JANSEN. Het is mij opgevallen dat het hier een aantal
traditionele aanvragen betreft. Ik dacht dat wij nu wij gekomen zijn tot
een commissie, die in het subsidiebeleid zal adviseren, dit voorstel
zouden moetenondersteunen en dat de commissie zich in eventuele op- of
aanmerkingen zou moeten verdiepen.
Het lid VAN DER GRAAF. Ik heb een vraag ten aanzien van de subsidie
voor het Nederlands Astma Fonds, waar u voorstelt geen subsidie te ver
lenen; voor de Nederlandse Vereniging tot Rheumathiekbestrijding, waar u
voorstelteen bedrag van 0,005 te verlenen en voor de Nederlandse
Hartstichting,- waar u voorstelt een subsidie te verlenen. Ik heb de vraag
voor u: wat de reden mag zijn dat van de drie subsidies, die naar mijn
gedachte een beetje op één lijn liggen, wordt voorgesteld er twee te ver
lenen en één niet. Ik ondersteun verder hetgeen de heer Kop Jansen heeft
gezegd. Wij zouden er natuurlijk op terug moeten kunnen komen op het mo
ment dat de commissie een mening hierover heeft. Ten aanzien van nummer
6, de R.K. Matigheidsbeweging Sobriëtas het volgende. Het zal sommige
mensen niet ontgaan zijn, dat ik op het punt van alcoholgebruik/misbruik
zelf een bepaald standpunt heb ingenomen. Los daarvan wilde ik toch sub
sidie toekennen aan Sobriëtas onder conditie uiteraard dat die voorlich
tingsdag ook gehouden wordt na toestemming van de verschillende schoolbe
sturen. Op dit moment zijn de moeilijkheden die door alcoholmisbruik zeker
zo groot als in het jaar dat Sobriëtas werd gesticht. Omstreeks 1900, als
ik mij niet vergis. Toen was er sprake van enorme grote moeilijkheden door
alcoholmisbruik. Die zijn nu zeker even groot. Tegenover datgene wat wij
dagelijks doen, het speciaal drinken als gebruikelijk aanvaarden dat dit
gebeurt, vind ik dat een bezinning door de jeugd bijzonder op zijn plaats
is. Ik stel mij van die bezinning niet zo erg veel voor. Ik zie niet dat
straks de kinderen als geheel-onthouders de school verlaten. Op zich is
echter een bezinning op het punt van alcoholgebruik en overigens ook drug
gebruik bijzonder nuttig voor de schooljeugd. Ik zou daarom willen aan
dringen om die subsidie wel te verlenen onder conditie, dat er dan inder-