- 15 - het genoemde aantal woningen - al lang voor 1990 aangebroken is - veel te gering zal zijn, of men dient een andere benadering te volgen» Voorts wil hij nog wijzen op het ontbrekende verband tussen overloop en werkge legenheid, met name bijvoorbeeld naar de nog steeds vage plannen betref fende de 2e nationale luchthaven» Het zal iedereen duidelijk zijn dat, als de nationale luchthaven hier zou worden aangelegd, de cijfers van de verstedelijkingsnota dan op niets berusten» Hij vindt dit begrijpelijk omdat als het besluit nog niet genomen is men toch met een verstedelijkings- nota moest komen» Anderzijds vindt hij het een enorme grote zorg omdat het naar zijn overtuiging op dit moment berust op te vage gegevens. Het lid BROUWERS zegt eigenlijk geen behoefte te hebben om nu hier over de verstedelijkingsnota te discussiëren. Hij had geconcludeerd dat als het in Breda regent het dan hier druppelt» Hij vindt het toch wel erg belangrijk om dit in discussie te brengen en sluit zich daarom aan bij het voorstel van de heer van der Graaf. De VOORZITTER zegt dat hij hierop al kan antwoorden. Bedoelde dis cussie krijgt men altijd als het bestemmingsplan Albano besproken wordt. Dan komen die discrepantie e.d. toch aan de orde. Het lid VAN DER GRAAF zegt dat het niet zijn bedoeling is om dit al leen op deze wijze aan de orde te laten komen» Hij wil nog graag wijzen op een onderdeel van zijn voorstel, n.l. om in te haken op de inspraak mogelijkheden, die ook het gemeentebestuur heeft en om duidelijk te wijzen in de richting van de regering. Hij heeft toch wel de indruk dat dit een probleem is waar elke kleine gemeente mee worstelt. Hij vindt dat het wel anders kan en dat men daar iets aan moet doen. Daarom vindt het nuttig over dit onderwerp een discussie te hebben, los van het bestemmingsplan Albano Het lid KOK zegt het volgende: "Mijnheer de voorzitter. Ik zou graag in grote lijnen uiteen willen zet ten wat mijn standpunt is van de Verstedelijkingsnota. Woon- en leefmilieu; Het streefdoel inzake volkshuisvesting is dat voor iedereen die redelijkerwijs aanspraak kan maken op zelfstandige woon ruimte, een woonruimte van goede kwaliteit beschikbaar is tegen kosten die een redelijk deel van zijn budget uitmaken. Deze situatie wordt be reikt indien er een voldoende ruime en gevarieerde woningvoorraad aanwe zig is, gepaard gaande met betrekkelijk kleine bedragen oplopende woon- kostenschaal, voor woningen van verschillende type en kwaliteit. Hierdoor wordt een mogelijkheid tot mobiliteit en aanpassing aan veranderde behoefte en mogelijkheden bevorderd. De feitelijke situatie beantwoord: nog geens zins aan dit streefdoel» WoningbouwbeleidHet denken in de kwantiteit bij de woningbouw raakt ge lukkig op de achtergrond. Daarmee is niet gesteld, dat over de gehele li nie de productie thans een omvang heeft die voldoende is, om de groei van de woningbouwbehoefte op te vangen; nog dat het woningtekort van na de tweede wereldoorlog is opgeheven. De ontwikkeling van de ruimte-structuur wordt sterk beïnvloed door maatschappelijke processen, als de toeneming van de bevolking, de welvaartsgroei en de veranderingen in waarden en nor men, zoals bijvoorbeeld ten aanzien van woonwensen en milieubesef. Ik ben van oordeel, dat bij het gebruik van de ruimte, een sterker planmatigheid moet worden gebracht, dan in het jongste verleden. Een planmatige benade ring van de totaliteit van de Ruimtelijke Ordening dient te geschieden van uit de gezichtspunten van leefbaarheid, ruimtebeslag, verkeersveiligheid, landschap en natuurbescherming. Een belangrijk punt is, dat vroon- en werk gebieden beter op elkaar worden afgestemd» De verplaatsings-noodzaak kan men aanzienlijk beperken, door bovendien het verkeer en het vervoerstelsel

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1976 | | pagina 144