betreffende de B.T.W., te willen ingaan. Wij kunnen die inkoop B.T.W.
terugvorderen, maar moeten wel het tarief stellen op de prijs, inclusief
B.T.W. Wij moeten namelijk wel de B.T.W. van de verbruiker afdragen aan
de belastingdienst. Deze moet dus wel in de tariefstelling zitten. Al
leen het krediet, wat wij nu vragen, is bruto. Daarvan krijgen wij de
B.T.W. terug. Rest nog de vraag van de heer Kok betreffende het bedrag
van 116, of dit niet te laag is om het aansluitpercentage van 90$
te verhogen. V/ij hebben hierover in de commissie uitvoerig gesproken.
Men moet dit niet zien als of er een zeker boete-bedrag inzit ter stimu
lering. Wij vonden dat wij dit niet moesten doen. Wij hebben getracht dit
bedrag zo re'êel mogelijk vast te stellen.
Het lid VAN ELZAKKER zegt destijds gevraagd te hebben wat dit alles
gaat kosten. Er is toen medegedeeld dat de prijs een concurrentie zou zijn
van verschillende andere gemeenten. Tot zijn genoegen hoort hij dat ge
streefd is naar de beste installatie in den lande. Hij zegt ook begrepen
te hebben dat er naar gestreefd is een zodanig krediet aan te vragen, waar
door er een zekere ruimte overblijft, zodat de eerste twee jaar geen ver
hoging zal plaatsvinden. Hij wil de verwachting uitspreken dat zal blij
ken dat het bedrag wat betaald moet worden - in dit geval 10,- straks
een concurrentie voor andere gemeenten is. Hij zou willen opmerken dat,
wanneer er vragen gesteld worden, de voorzitter hier dan antwoord op geeft
Anders komt er misschien een spraakverwarring. De andere leden van de com
missie kunnen de voorzitter altijd nog bijvallen.
Het lid VAN DER GRAAF wil een kleine kanttekening maken bij de lo
vende voorspellingen, die er gedaan zijn over de kwaliteit van de instal
latie. Hij staat zelf voor 100$ achter de stelling dat de C.A.I.-commis
sie haar uiterste best heeft gedaan om te zorgen voor een installatie,
welke de toets der kritiek kan doorstaan. Maar de installatie is er nog
niet en hij zou een slag om de arm willen houden. Misschien dat zal blij
ken dat zich nog kinderziekten zullen voordoen. Hij zou daarom de loven
de woorden nog even achterwege willen laten. Uit het feit dat de C.A.I.-
commissie toestaat dat de mensen een maand gratis mogen proefkijken, kan
men afleiden dat de commissie er zelf achter staat.
Het lid N. VAN HOOF zegt dat het hem betreffende de B.T.W. nog niet
duidelijk is geworden. Het gaat om een bedrag van ruim 262.000,Als
hij dit bedrag van 2.100.000,aftrekt en dat bedrag weer door 3-000
deelt danlomt hij aan kosten voor een aansluiting op 610,Als hij
dit vergelijkt met de kosten voor een aansluiting in Roosendaal van
650,dan is dit voor hem nog een argument temeer om te zeggen: Nu
zitten v/ij helemaal fout. Hij heeft van de heer Plevier gehoord dat men
gerekend heeft met het vormen van een bepaalde reserve. Hij vindt dat
men met een juiste tariefstelling moet v/erken en deze eventueel jaar
lijks of halfjaarlijks bijstellen. Dit lijkt hem het juiste uitgangspunt.
Hij wil zich in principe akkoord verklaren met de t'ariefstelling, onder
de voorv/aarde dat hem later duidelijk een uitgebreide berekening van het
tarief wordt aangetoond.
Het lid DU PONT zegt moeite te hebben met datgene wat de heer N. van
Hoof opmerkte, ten aanzien van de reservevorming. Hij dacht niet dat de
heer Plevier dat als zodanig bedoeld had. Hij heeft gezegd dat er een be
paalde verhouding is aangenomen tussen het actieve en passieve gedeelte
en de afschrijvingstermijnen over dat actieve en passieve gedeelte. Zowel
in de commissie als met de betreffende installateur is over deze zaak uit
voerig gesproken. De installateur heeft aangegeven hoe de verhouding
activa en passiva en de afschrijvingstermijnen moest zijn. Gezien de
beperkte ervaring die wij zelf hadden, hebben wij gekozen voor deze manier